De Wonderboom en de Oeverstekelnoot zijn twee vertegenwoordigers van deze groep. Het zijn alle bei eenjarige soorten die tamelijk frequent langs de kust en de grote rivieren worden gevonden. Zeewinde Calystegia soldanella, Zeewolfsmerk en Blauwe zeedistel Eryngium maritimum komen in Nederland meer in de zeereep voor dan op het vloedmerk. Met het opzoeken van de beschutting voor de wind in het duin hebben ze minder last van afkoeling. Het zijn in iets mindere mate als Zeevenkel, planten die hier de noordgrens van hun verspreidingsgebied bereiken maar die toch het meest te vinden zijn langs de Atlantische- en Mid dellandse Zee-kust. De Zeewolfsmelk stond in een terrein dat niet vergelijkbaar was met de rest van de kust op een paar voorduintjes. De twee andere soorten werden niet gevonden. Botanische indeling Vegetatiekundig wordt de gemeenschap van soorten die op ondergestoven vloedmerk groeien, gerekend tot het Loogkruid-verbond. Tot het ver bond behoren o.a. Gele Hoornpapaver, Zeeraket, Loogkruid en Zeepostelein. Soms wordt er binnen het verbond een aparte associatie van Gelobde Melde onderscheiden waartoe mogelijk ook Zee kool en Kustmelde behoren. De associatie komt voor op plaatsen met uitzonderlijk omvangrijk Zeewolfsmelk. Foto: John Beijersbergen. overstoven vloedmerk. Daarnaast wordt het Biestarwe-verbond onder scheiden dat niet een vloedmerkgemeenschap is maar groeit op het aanstuivende zilte zand. Zodra er zich een zoetwaterreservoir heeft gevormd kan Helm gaan groeien. Helm wortelt zeer diep en is dan ook goed in staat om opgestoven zand vast te leggen en zo de duinvorming te bevorderen. Daarom wordt deze plant veel aangeplant. Het is onduidelijk in hoe verre Helm in het wild voorkomt. Kansen voor de toekomst Vloedmerkplanten kunnen vanwege hun on bestendig voorkomen floristen telkens verrassin gen bezorgen. Wellicht dat in de toekomst nog eens het Ruig Zoutkruid Bassia hirsuta terugge vonden zal worden. Deze plant leeft als eenjarige soort op vloedmerk en werd tot 1927 gevonden langs de Zuiderzee en.... aan de kust van Schou wen. De soort heeft echter wel behoefte aan een weinig fluctuerende grondwaterstand, eventueel ten gevolge van een geringe getij beweging. De na- tuurbouwplannen langs de kust, ondermeer op Neeltje Jans doen de kansen voor sommige soor ten eveneens toenemen. Het duinlandschap dat op Neeltje Jans wordt gecreëerd zal echter niet voor al deze soorten even gunstig blijken. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 24