Zeeuwse kreek ook te zijn en niet voorzien van steile berm met hardhouten beschoeiing: planten en dieren hebben dan veel minder leefruimte. Langs kreken en waarom ook niet langs vaarten zou een brede „natuurstrook" kunnen komen. Het plaatselijk zeer ondiepe Steenzwaan moet het hele jaar nat zijn, dan kan je er genieten van Bergeenden en Kluten die voedsel zoeken in de zachte modder. De tweede foto laat de Bakkersweel, ook wel „De Wolf" genoemd, zien. Ook de weel is een her innering aan een dijkdoorbraak: door het smalle gat in de dijk stroomde het water krachtig naar binnen en woelde een rond gat uit. In dat gat kon de dijk niet hersteld worden en dus maakte men naar buiten toe een bocht om het kolkgat heen. De weel werd zo binnengedijkt. Rijdend op deze bocht in de dijk heeft men een goed zicht op de met riet omzoomde weel waar altijd wel eenden en meerkoeten te zien zijn. Wanneer de dijk hier doorgebroken is, weten we niet. In ieder geval ge beurde het lang vóór de indijking van de polder Groot Bettewaarde in 1614. Frans Beekman Weel bij de boerderij Steenzwaan. Foto: Johan D. C. Berrevoets 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 5