Het landschap is niet na te doen
„Ik probeer niet het landschap na te doen. Dat wordt een afgietsel en dat is
altijd minder dan de werkelijkheid. Met het landschap bezig zijn is voor mij
ook je kijk op het landschap en hoe je een landschap ervaart. Dat alles boeit
me erg en ik wil dat ook weergeven. In mijn werk probeer ik het landschap
terug te brengen, via een eigen weergave. Niet alleen het kijken speelt mee; ook
je gevoel komt erbij.
Landschap en de elementen vormen voor mij één geheel. Je pakt er delen uit.
Lucht, begroeiing van de duinen, wind. Je rent over het strand, ogen dicht, en
dan ervaar je dingen die je wilt weergeven. Daarom zit ik zelf in het landschap.
Ik moet het kennen om ermee te kunnen werken. Het moet doorleefd zijn. Ik
wil niet zeggen dat Zeeland nu hét licht heeft, dé wind en dé beste zee. Het is
niet een kwestie van beter of slechter. Ik zou bijvoorbeeld in Bretagne ook kun
nen werken.
Ik ben geen natuurkenner in de zin van namen kunnen noemen. Op die manier
ben ik niet bezig. De natuur vind ik mooi, maar ik hoef geen tekst en uitleg.
Ik gebruik soms dingen die in het landschap passen. De mens, een vogel; het
ligt eraan. Als ik die nodig zou hebben, gebruik ik bijvoorbeeld ook de storm
vloedkering. Het ligt eraan, de dingen staan wel in het landschap. Ze worden
met de natuur in verband gebracht."
Citaten uit interview met Marinus van Dijke
P.Z.C. 23 september 1989.