slechts enkele malen gezien en het gekleurringde paar honderd meter verderop aan de dijk.
vrouwtje helemaal niet. Mogelijk zaten ze nu een
Japans Bessenwier in de Grevelingen op zijn retour?
Wellicht vanwege de zachte winter was het Ja
pans Bessenwier eind maart al flink ontwikkeld.
Begin april begon het echter plotseling in grote de
len van de Grevelingen af te sterven. Op sommige
plaatsen was het binnen een week helemaal ver
dwenen, terwijl het proces zich elders meer gelei
delijk voltrok. Bij het geleidelijk afsterven waren
diverse tekenen van een verminderde vitaliteit te
herkennen, zoals een toenemende begroeiing met
epyfitische wieren of verkleuring die op aantasting
door schimmels duidde.
In korte tijd was er op veel plaatsen geen bes
senwier meer te bekennen. Zo kwamen er op de
wilde mosselbanken ten zuiden van de Slikken van
Flakkee-Noord in het geheel geen velden bessen
wier tot ontwikkeling, daarintegen hield de weel
derige begroeiing op de pas aangelegde oeverver-
dediging rond Markenje vrij lang stand. De
palingvissers die hun kleine fuiken graag bij het
bessenwier zetten wisten nauwelijks waar ze het
zoeken moesten. Uit recreatie-hoek kwamen deze
zomer juist tevreden geluiden over toegenomen
zwem- en vaarplezier nu dat vervelende wier weg
was. Voor de natuur was het zeker geen winstpunt,
gezien de vele functies die het wier voor tal van or
ganismen vervult (de Kraker, Sterna 33:68-73).
Na het grotendeels wegvallen van het bessenwier
kon een duidelijke toename van Viltwier geconsta
teerd worden, terwijl Iers Mos Chondrus crispus
ook uitbundiger leek voor te komen als voorheen.
Wat is de oorzaak van het plotseling afsterven
en zal het Japans Bessenwier zich in de Grevelin
gen kunnen handhaven? Vragen die wellicht het
beste door de specialisten van het Delta Instituut
voor hydrobiologisch onderzoek (DIHO) beant
woord kunnen worden. Nu ze toch hun hoofd al
breken om de jaarlijks zeer grote fluctuaties in de
verspreiding en vitaliteit van het zeegrasareaal in
de Grevelingen te verklaren, kan dit er nog wel bij.
We zouden zelf alvast ook eens na kunnen gaan in
welke richting we de oorzaak moeten zoeken. Bes
senwier groeit niet als Zeegras in de bodem, maar
het hecht zich op een harde ondergrond zoals ste
nen en schelpen. Het haalt dus geen voedingsstof
fen uit de bodem en het heeft geen wortelstelsel
dat zou kunnen bevriezen of door andere oorza
ken weg kan rotten. De samenstelling van het wa
ter - de daarin opgeloste voedingsstoffen, zoutge
halte, zuurstof, koolzuurgas, giftige stoffen,
ziektekiemen, enz. - daar moet ergens iets mis mee
wezen.
Misschien is er een tekort aan bepaalde voe
dingsstoffen waardoor de vitaliteit vermindert en
het wier vatbaar wordt voor schimmelinfekties.
Mogelijk hebben de uitzonderlijk winterse stor
men de bodem zodanig omgewoeld dat er naast
voedingsstoffen ook giftige afbraakprodukten in
oplossing kwamen. Afijn, u ziet het, we komen er
niet zomaar uit. Wellicht kan een verlichte geest
ons wat meer vertellen. Hoe het ook zij, ik ben erg
benieuwd hoe het Japans Bessenwier zich het ko-