woners.
Vanaf vorig jaar heeft Westerschouwen een
reeks nieuwe bestemmingsplannen uitgebracht en
een aantal andere bestemmingsplannen zijn on
derweg. Uiteindelijk zullen de nieuwe plannen na
genoeg de gehele Westhoek bestrijken. Het blijkt
dat de meeste plannen zeer eenzijdig zijn opge
steld en voornamelijk de realisatie van de VOP-
voorstellen voor dat betreffende deelgebied inhou
den. Andere sectoren komen in de bestemmings
plannen nauwelijks aan de orde, laat staan dat ze
zo grondig uitgewerkt worden als de voorgestelde
rekreatieve ontwikkelingen.
Rekreatie is natuurlijk een belangrijk gegeven
voor de Kop van Schouwen. Een minstens zo be
langrijk gegeven, en sterk gerelateerd aan de re-
kreatiefunktie, zijn de natuur- en landschapswaar
den van dit gebied. Een evenwichtige afweging van
de belangen van deze twee funkties, ruimtelijk ver
taald in bestemmingsplannen, kan niet plaatsvin
den door nagenoeg alleen uit te gaan van één de
taillistisch uitgewerkt plan voor één van die
funkties.
Tegenover het VOP had in ieder geval een recen
te, goed uitgewerkte sektornota voor natuur en
milieu moeten staan voordat men aan het sa
menstellen van de bestemmingsplannen begon.
Op één aspekt van het VOP gaan we wat nader
in. Het betreft de wijze waarop in het VOP met
aantallen standplaatsen en toeristen gerekend
wordt en hoe hiermee beredeneerd wordt dat re
kreatieve uitbreiding in de Westhoek geoorloofd
is. Een kwestie van 'reken je rijk' volgens ons:
Indien het VOP in zijn totaliteit verwezenlijkt
zou zijn, zou het aantal standplaatsen op kam
peerterreinen met 1480 zijn toegenomen. Maar,
zegt het VOP, daar moeten 1965 zogenaamde
overloop- en verdichtingsplaatsen vanaf ge
trokken worden, dus is er een standplaatsenaf-
name. En omdat er een standplaatsenafname
is, kunnen er een reeks uitbreidingen en nieuw
vestigingen van terreinen gerealiseerd worden.
Afgezien van de vraag of een afname van aan
tallen een vrijbrief is voor uitbreidingen, is het
volgens ons onjuist om 1965 overloopplaatsen,
waarvoor nooit een planologische procedure
heeft plaatsgevonden en waarvoor dus nooit de
mogelijkheid van openbare inspraak heeft be
staan, opeens als officiële, reguliere standplaat
sen te beschouwen.
Bij het getal van 1480 nieuwe standplaatsen is
niet inbegrepen het effekt van 'kamperen bij de
boer'. Afgelopen zomer hebben verscheidene
boeren nieuwe terreinen ingericht. Een tendens
die waarschijnlijk alleen maar zal toenemen.
Om te beginnen kunnen er daarom zeker nog
eens 200 standplaatsen bij het totale aantal
nieuwe standplaatsen opgeteld worden.
Het getal 1480 is exclusief de compensatieloka-
tie, 400 standplaatsen, en het nieuwe rekreatie-
terrein de Soeten Haert, 110 standplaatsen in
het Rampweggebied. We zitten dus ondertussen
al op 2190 nieuwe plaatsen. (Met gemiddeld 3
personen per standplaats betekent dat aan extra
toeristen ongeveer 5 x de vaste bevolking van
Renesse).
Niet alleen 2190 nieuwe standplaatsen op kam
peerterreinen zijn in het geding, er zouden ook
nog eens zo'n 480 nieuwe zomerhuizen/appar
tementen bij moeten komen en enkele 100den
plaatsen in kamphuizen.
De dagelijkse toeristische belasting van de
Westhoek zal niet alleen toenemen tengevolge
van ontwikkelingen in de eigen gemeente. Ook
effekten van bijvoorbeeld de grootschalige ont
wikkelingen op de Brouwersdam en bij Scha-
rendijke zullen omvangrijk zijn. Cijfermatige
gegevens in het VOP ontbreken hierover.
Door het gegoochel met cijfers en achterwege
laten van gegevens schetst het VOP een onwerke
lijk beeld van de toename van toeristische druk op
de Kop van Schouwen, kennelijk met als doel om
voorgestelde rekreatieve uitbreidingen te recht
vaardigen.
Duuurzaam beheer
Overal, in alle maatschappelijke geledingen,
weet men zo stilaan dat de bomen niet langer tot
in de hemel groeien. De rekreatiesektor, althans in
Zeeland, vormt hierop een uitzondering. Of men
nu de gedeputeerde voor rekreatie beluistert of een
rekreatieondernemer, het woordje 'vol' is in deze
kringen taboe. Na ons de zondvloed lijkt het uit
gangspunt te zijn.
De gemeente Westerschouwen zou er goed aan
doen haar beleid niet alleen door de rekreatiewe-
reld te laten bepalen. Draagkracht van het gebied
en duurzaam beheer zijn begrippen waarover van
gemeentekant nog niet veel te horen valt. Het col
lege dient zelf een visie te ontwikkelen en te dur
ven zeggen dat zaken als rekreatieve afronding, sa
nering en handhaving van natuurwaarden de
problemen zijn die vandaag om een oplossing vra
gen. Voor het behoud van de Westhoek voor de
huidige en toekomstige generaties is het noodzake
lijk dat het college zich op dit punt sterk en des
kundig gaat opstellen. Ook in de profielschets
voor een nieuwe burgemeester zou dit straks tot
66