Keuze inrichting Krammer-Volkerak bepalend
voor toekomstige vogelbevolking
iifa,
G. L. Ouwenee/
In april 1987 werd de Philipsdam gesloten. Hierdoor vielen in het Krammer-Volkerak een grote opper
vlakte aan voormalige getij denslikken permanent droog. Besloten werd het beheer over deze gronden
te geven aan op natuurbeheer gerichte instanties. Rijkswaterstaat draagt zorg voor de basisinrichting.
Wat zijn de plannen en wat zijn de vooruitzichten voor vogels?
Met de sluiting van de Philipsdam werden de
Deltawerken afgerond. Deze dam sloot het
Krammer-Volkerak af van de getijstromingen die
voordien nog reikten tot Willemstad. Ca. 6450
hectare water, getijdeslikken en schorren verander
den in een meer met een stabiele waterstand. Om
dat Rijkswaterstaat een' versnelde doorstroming
doorvoerde, was het Krammer-Volkerak binnen
korte tijd verzoet. Bijna 1800 hectare schorren en
slikken vielen droog. Waarna het proces weer een
aanvang nam waaraan de bezoeker van dergelijke
gronden in Zuidwest-Nederland inmiddels gewend
geraakt was; ijle pionierbegroeiing met als eerste
broedvogels Kluten, plevieren en sterns, die het
veld ruimen als de vegetatie te hoog wordt. Deze
1800 hectare drooggevallen gronden met belenden
de ondiepten gaan dus naar natuurbeherende in
stanties en wel naar Natuurmonumenten, het
Zeeuwsch Landschap en Staatsbosbeheer. Een
buitenkans. Hoe kort is het nog maar geleden dat
droogvallende gronden in dit land vanzelfspre
kend een agrarische bestemming gekeregen zou
den hebben?
Rode Lijst
Bij het inrichten van gebieden staat de met deze
taak belaste instantie voor keuzes. Kiest men voor
een gericht beheer of voor een spontane ontwikke
ling? Laat men zich allereerst leiden door overwe
gingen van landschappelijke aard, waarbij vroege
re, of huidige landschapstypen in de omgeving als
referentie kunnen dienen? De keuze zou ook kun
nen vallen op een inrichting waarbij het gebied
aantrekkelijk gemaakt wordt om bepaalde levens
vormen vestigingsmogelijkheid te bieden. Zo is
een beheer denkbaar, dat gericht is op zekere plan
tengemeenschappen en hetzelfde geldt voor vo
gels. Daarbij zou het door Vogelbescherming in
1986 uitgegeven „Bedreigde en karakteristieke vo
gels in Nederland" als referentie kunnen dienen.
Immers, deze inmiddels al voor uitbreiding vatba
re „Rode Lijst" geeft een overzicht van die vogel
soorten die hetzij in Nederland hetzij internatio
naal bijzondere aandacht behoeven waarbij, voor
68