De Hellegatsplaten, nu nog een open gebied, straks een parklandschap? Foto: G. L. Ouweneel. Natuurontwikkeling De beheersvisie oppert nog heel andere soorten als mogelijke broedvogel zoals Grote- en Kleine Zilverreiger, Kwak, Ralreiger, Visarend en Zee arend, Oehoe en zeis Kroeskoppelikaan. Op grond van botvondsten wordt aangenomen dat deze laat ste in een ver verleden ooit op onze breedte broed de; ons werelddeel herbergt thans slechts enkele kwijnende broedpopulaties op de Balkan en in de Wolgadelta. Men ontveinst zich overigens niet dat bij deze soorten (her)introducties niet te vermijden zullen zijn. Klinkende namen die geestdrift moeten wekken voor de visie of realiteit? Vermeld werd reeds de richting van het beheer zoals de commissie die voorstaat voor het Krammer-Volkerak, samen te vatten als „natuurontwikkeling". Een groep enthousiaste onderzoekers bepleit de natuur in Nederland meer haar gang te laten gaan en ingrepen zo veel mogelijk na te laten. Het Plan- Ooievaar past in dit kader en ook Vogelbescher ming ziet veel in natuurontwikkeling. Veelal wordt gerefereerd aan de gang van zaken in de Oostvaar- dersplassen, over welk succes niet te twisten valt. Zeker daar waar de natuur nieuwe grootschalige terreinen ten deel vallen, zoals eerder de Oostvaar- dersplassen en nu het Krammer-Volkerak, valt er veel voor te zeggen de natuur haar gang te laten gaan. Indien we nu de argumenten, die de Krammer- Volkerakcommissie hanteert om te komen tot haar keuze van natuurontwikkeling, nalopen vallen hierbij kanttekeningen te plaatsen. In de doelstel ling lezen wij „het zo natuurlijk en volledig moge lijk laten ontwikkelen van ter plaatse thuishorende levensgemeenschappen". Wat hoort ter plaatse thuis? De Deltawerken veranderden het Krammer- Volkerak van een marien getijdengebied in een zoetwatermeer met een vast peil. Om een natuur te Heckrunderen op de Slikken van Flakkee. De beheersvi sie voorziet dal ook langs het Krammer- Volkerak ler- reindelen be graasd zullen worden. FotoG. L. Ouweneel. 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1990 | | pagina 8