Hompelvoet-varia
Kees de Kraker
Onder bovenstaande titel worden enkele opvallende waarnemingen of ontwikkelingen van het afgelo
pen broedseizoen op de Hompelvoet en het nabij gelegen Markenje, beschreven. Het betreft hier eigen
waarnemingen voor een deel samen verricht met collega-vogelwachter Philipp Derks.
Kleine Mantelmeeuw vangt Spreeuw
Het is begin juli op de Homelvoet. Dagelijks
worden er meer kokmeeuwjongen vliegvlug. Som
migen raken hun ouders kwijt, anderen krijgen
onvoldoende te eten en een aantal is gewoon on
voorzichtig, ze kunnen nog niet echt goed vliegen
en landen te ver van de kolonie. Zulke exemplaren
- en dat zijn er nogal wat - worden onverhoeds ge
pakt of na achtervolging gevangen door Zilver
meeuwen die al dat gedoe nauwlettend volgen.
Een eindje van de kolonie vandaan staat deze
avond zo'n Zilvermeeuw te kijken. Hij heeft al een
aantal keren een poging ondernomen om een
vliegvlug jong te verschalken maar tot nu toe zon
der resultaat. Plotseling ziet hij uit een ooghoek
dat een Kleine Mantelmeeuw wat gevangen heeft
en aangezien alle meeuwen een sterke neiging heb
ben tot „kleptoparasitisme" ofwel 'elkaar niks
gunnen als ze zelf honger hebben', wordt de ach
tervolging onmiddellijk ingezet. Vaak is het resul
taat dat de grootste, de sterkste uiteindelijk de
prooi te pakken krijgt of de rechtmatige 'vinder'
moet alsnog kans zien om al vliegend het voedsel
naar binnen te werken. De Zilvermeeuw is de Klei
ne Mantel, die een soort zwarte prop (een muis?,
een jonge weidevogel?) in z'n bek houdt, nu dicht
genaderd. Deze probeert omlaag duikend aan zijn
belager te ontkomen. Tevergeefs. Hij opent z'n
snavel en moet de prooi laten vallen. Dan de ver
rassing. Inplaats van omlaag te tuimelen, roetst
het zwarte bolletje dat plotseling vleugels heeft ge
kregen er in horizontale richting pijlsnel vandoor.
Wat keek ik daar van op!
De Kleine Mantelmeeuw is heel wat minder ver
baasd. Met een razendsnelle wending volgt hij het
ontsnapte vogeltje. De jonge Spreeuw - want dat
was het - vliegt midden door een groep andere
Spreeuwen heen, maar de mantelmeeuw heeft zich
als een roofvogel op zijn prooi gefixeerd en kris
kras heen en weer vliegend boven de Ganzewei
weet hij het bewuste beestje te achtervolgen tot de
ze in de nabijheid van de vogelwachterswoning z'n
redding vindt.
In het verleden vonden we op de Hompelvoet wel eens
restanten van Spreeuwen (soms 10-tallen) in braakballen
van Zilvermeeuw/kleine Mantelmeeuw. Veelal ging het
daarbij eveneens om juveniele exemplaren, die met name
na hevige regenval een gemakkelijke prooi vormen. Zo
lagen er na een harde kletterbui eens negen dode exem
plaren rond het huis, waar ze voor de regen probeerden
te schuilen.
Op de Hompelvoet is in de maanden juni juli een
slaapplaats van Spreeuwen in de Kokmeeuwkolonie, die
ze als veilig ervaren. Het aantal overnachters kan hier
oplopen tot 40.000 exemplaren. Na het vertrek van de
Kokmeeuwen zo rond half juli, verdwijnt deze slaap
plaats.
Grote Sternkuikens ternauwernood ontsnapt aan rattenplaag
„Tenslotte is het weren van mensen, honden en Dat er nog steeds een kolonie Grote Sterns in de
ratten van bijzonder groot belang en bewaking ge- Grevelingen is gevestigd, zal mede te danken zijn
durende de broedtijd is dan ook een eerste vereiste aan de bewaking zoals die nu al zo'n twintig jaar
om een kolonie Grote Sterns te behouden", funktioneert. Dit jaar was het echter 'kantje
schreef Jan Rooth na jarenlang onderzoek in het boord' of het was gebeurd met de Grote Sterns,
deel „Dieren" uit de serie Natuurbeheer in Neder- Met het toezicht op verstoring door mensen of
land van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer honden was het wel goed geregeld, maar ratten
(1983, Pudoc, Wageningen). hadden we op Markenje - waar de sterns dit jaar
Bruine Rat een prachtig dier, maar ratten in een sternvestiging betekenen wel het eind van de kolonie. Foto: Henk
Harmsen.