Preekhilpolder, toekomstig natuurreservaat. Dia: Krijn Tanis. Hoe verloopt de grondverwerving teneinde de taakstelling te kunnen halen? Wat gebeurt er met de drinkwaterwinning? (Kleistee en Middelduinen). Beëindiging zou voor de landbouw en zeker voor de natuur zeer gunstig zijn. Kan er een geschikt pakket maatregelen wor den samengesteld voor beheersovereenkomsten in het zandwallengebied? Visie Natuurbescherming In dezelfde tijd dat het schetsontwerp gereed kwam, heeft de Begeleidingsgroep van de Natuur beschermingsorganisaties een eigen visie gepresen teerd. De visie geeft weer wat de natuurbescher ming zich ten doel stelt bij deze landinrichting. In vergelijking met het schetsontwerp ligt deze visie voor het zandwallengebied in de buurt van variant I en voor de strandpolders in de buurt van variant III. Per (deel)gebied levert dit in het kort het volgen de op: Het zandwallengebied Reservaatvorming met name aan weerszijden van de Kelderweg, (De Kleistee en de Marend) gericht op de zandwallen en schrale graslan den. Verder behoud en beheer van de zandwallen door beheersovereenkomsten voor de tussen liggende percelen. Daarnaast de ROL-regeling* voor alle overige zandwallen. Indien er geen beheersovereenkomsten mogelijk zijn dienen andere wegen te worden gezocht om de zand wallen zo goed mogelijk te beschermen. Bosaanleg (of liever natuurlijke ontwikkeling) in zeer beperkte mate tussen de Oude Nieuw- landse Weg en de kustduinen. Indien mogelijk herstel van oudere cultuurvor men, zoals elzemeten, haemeten en schurvelin- gen. Verder door gerichte aanplant het inpassen en aan het oog onttrekken van de verblijfsrecrea- tie. In de polders Het op grote schaal toepassen van natuuront wikkeling. Deze natuurontwikkeling dient ge richt te zijn op waardevolle en zeldzame mi lieutypen. Voor de binnenduinrand (de Enden; bij de vuurtoren), denken we hierbij bijvoorbeeld aan vegetaties van vochtige duinvalleien. Voor het krekengebied en de polder Nïeuwe- noord gaat het om vochtige schrale graslanden, moerasstruweel en dergelijke. Daarnaast bie den de overgangen van zoet naar brak, moge lijkheden voor de ontwikkeling van zeldzame vegetaties. In de Oudelandpolders zijn eveneens mogelijk- 14 Regeling onderhoud landschapselementen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1991 | | pagina 14