rPolinia a^rufax
Het voorkomen van veel Pijpestrootje in de vegetatie
wijst op verzuring van de bodem. Tekening Kees de Kra
ker.
maar interessante soorten als Armbloemige water
bies, Vlozegge en Vleeskleurige orchis kunnen hier
en daar nog worden aangetroffen. Wellicht het
meest waardevol zijn nog de aanwezige vegetaties
van het Dwergbiezenverbond op plaatsen die al ve
le jaren een consequent begrazingsbeheer onder
gaan.
Door diverse omstandigheden is de grondwa
terstand hier meer dan 1 meter gedaald. De water
winning bij Haamstede heeft daaraan bijgedra
gen, maar nog meer de polderpeilverlaging na de
herverkaveling (1954-1960) en vooral de verwaarlo
zing van het drainagestelsel in het gebied. Dit stel
sel hield vroeger water in het voorjaar en zomer
lang vast door middel van stuwtjes. Nu loop 1 mil
joen m3 zoet water per jaar de polder in.
Opvallend bij enkele veedrinkputten in de
vroongronden en bij het Watergat zijn Dotter
bloem en Waterdrieblad, planten gebonden aan
zoet water en venige bodem, een kombinatie die in
het zilte Zeeland niet voorkomt. Ook bijzonder is
het voorkomen van Struikheide en Dopheide in de
vroongronden op volledige ontkalkte, arme, zure
bodems. Ook Brem hoort in dit rijtje thuis.
Niet alleen verdwenen planten door de verdro
ging, ook de vogelwereld veranderde. Sinds onge
veer 1950 verminderde het aantal broedparen van
de Wulp, Tureluur, Grutto en Gele Kwikstaart op
de vroongronden van Schouwen. De Watersnip,
Kemphaan en Kluut verdwenen als broedvogel. De
belangrijkste broed vogels zijn nu nog Kievit,
Scholekster, Veldleeuwerik, Graspieper, Tapuit,
Patrijs, Bergeend, Wilde eend, Slobeend en Win
tertaling (de laatste soorten alleen in natte jaren).
Vooral het voorkomen van de Tapuit is belangrijk
in dichtheden van 1 tot 4 paar per 10 ha. Broedend
in konijneholen is het een echte vogel van de
vroongronden.
Reeën, Hazen en Konijnen kan men er geregeld
zien. Zeldzaam zijn Heikikker en Zandhagedis.
Cultuurwaarden
De vroongronden behoren tot de oudste cul
tuurlandschappen van Zeeland. Veel landbouwak-
tiviteiten behoren nu tot het verleden. Toch zijn
nog allerlei landschapselementen aanwezig die aan
het vroeger intensieve gebruik herinneren. Zo
loopt tussen de Duinhoeve en het Watergat een
vervallen duinwatering, waar tussen de 17e en de
19e eeuw de Westeren ban uit waterde op de Ooste
ren ban. De onregelmatige blokverkaveling moet
van zeer oude datum zijn en misschien al dateren
uit de tijd dat het kleilandschap overstoven werd
door duinzand. Diverse lage zandwallen zijn per
ceelsscheiding geweest. Er liggen enkele veedrink
putten, „vaete" genoemd. In de vroongronden ko
men greppelpatronen voor. Dit microreliëf wordt
vooral na begrazing zichtbaar. De wat regelmati
ger structuur van de elzenmetengreppels lijkt jon
ger. De greppels liggen dicht bij elkaar: dat wijst
op een heel wat vochtiger toestand dan nu het ge
val is. Ze geven zo informatie over de grondwa
terstand in het verleden.
In de overgangszone van de vroongronden naar
de polder Schouwen lagen vanouds allerlei wate
ringen, waarin terwille van de waterhuishouding
in de boomgaarden door middel van stuwtjes wa
ter gebufferd werd tot de zomer. Ook de vroon
gronden profiteerden hiervan.
In 1891 werd vlak achter de inlaagdijkjes bij het
Watergat een eendenkooi aangelegd. De cultuur
historische waarden zijn in de vroongronden nog
niet systematisch geïventariseerd. Toch lijkt dat
veelbelovend en het zou ons inzicht geven in de
oudste occupatie van dit duingebied.
34