De arme- en kerkebossen waren zo een soort be legging, waarvan uit de opbrengst uitkeringen aan de armen betaald werden. Veranderingen Op Schouwen werden in het begin van deze eeuw, vermoedelijk ook in verband met een ge daalde grondwaterstand in de binnenduinrand, veel elzenmeten gerooid en omgezet: tussen 1900 en 1920 vooral tot bollengrond, na 1920 meer en meer tot boomgaard. Steeds meer kregen ze ook een woningbouwbestemming. Van de 629 ha in 1879 was in 1979 nog 150 ha over. Vooral de elzen- meten op zeer vochtige grond met greppels dicht bijeen bleven gespaard. Het probleem is dat ze hun economische functie verloren hebben. Ze zijn fossiele landschapselementen geworden: herinne ringen aan het vroegere landbouwsysteem in de Schouwse binnenduinen. De percelen waar de el zen zich ontwikkelden tot behoorlijke bomen, groeiden aardig dicht (inderdaad met „braam, hoppe en ander vuilnis" als stekelvaren en kam perfoelie) en werden echte vogelbosjes, waar tor telduiven en groene spechten zitten, maar ook veel houtsnippen en ransuilen, 's Winters ziet men er sijsjes en mezen in de bomen. Op de „diekjes" om Stekel uanea 40 Herplant in de elzenmeet aan het eind van de Hoogenboomlaan bij Renesse. Foto: Frans Beekman.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1991 | | pagina 18