deze soorten kent natuurlijk ook z'n grenzen. Als
Alken en Zeekoeten vliegen doen ze dat vlak over
het water.
Bij de jagers is het prachtig om te zien hoe ze de
meeuwen hun voedsel afhandig maken. Het is als
of men naar een luchtgevecht kijkt dat vaak wel
enige minuten duurt: hierbij ronden ze niet zelden
enkele malen het schip. In veel gevallen eindigt de
strijd pas nadat de meeuw zijn buit heeft laten val
len of een deel van zijn voedsel heeft uitgebraakt.
De Middelste Jager is wel het mooist om te zien
met zijn lepelvormige middelste staartveren.
Volgvogels
Deze vogels wil ik wel zo noemen omdat ze min
of meer heen en weer pendelen met de vissersche
pen. Hun bewegingen wekken bij mij de indruk
dat ze 's maandags mee naar zee gaan en vrijdags
weer terugkeren met de vloot. Hoe de zaak ge
talsmatig ligt zou ik echt niet weten.
De vier voornaamste soorten zijn wel: Grote
Mantelmeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Zilver
meeuw en Stormmeeuw. In de zomermaanden
trekken ook wel Visdiefjes en Noordse Sterns met
de vissersvloot mee.
De Kleine Mantelmeeuw en de Zilvermeeuw
volgen ons vaak bij honderden tegelijk. Op de vis
gronden vliegen ze vaak in grote zwermen heen en
weer tussen de schepen. Ze zien precies wanneer
een boomkotter de netten op gaat halen en komen
dan direkt aanvliegen. Deze twee soorten vechten
vaak verschrikkelijk om de buit ook al is er genoeg
voor allemaal.
In de wintermaanden zien we de genoemde
soorten (behalve de Visdief en de Noordse Stern)
veel meer dan in de zomermaanden: vaak wel tien
tallen malen zo veel. Dit heeft natuurlijk te maken
met de broedtijd, die in de zomer valt en mis
schien ook wel met het voedselaanbod aan de wal.
In ieder geval is het aanbod op zee in de zomer
ook zeker veel kleiner (wat het visafval van de vis
serschepen betreft dan).
Z en Z
De eerste Z is van Zeeëenden, die we vooral in
de wintermaanden nogal eens in groepen tegenko
men tot vrij ver op zee. Het waarnemen van afzon
derlijke soorten is echter vrij moeilijk daar ze voor
schepen meestal ruim bijtijds op de vlucht gaan.
Eenmaal heb ik met zekerheid een o1 exemplaar
Visdiefjes. Foto: K. W. Tanis.
74