grotere, soorten met gemak overstemt. In het zui
delijk deel van het Slotbos volgen we een klein pad
waarlangs volop Look-zonder-look en Penning
kruid. Een Grote Bonte Specht bewijst dat sommi
ge soorten ook 'non-verbaal' hun territorium kun
nen afbakenen: door bijvoorbeeld op een dode
boomtak te trommelen die als klankkast fungeert.
Vlakbij klinkt de trr-trr-trr-trr roep van een
Tortelduif. Helaas wordt in Zuid-Europa volop
jacht gemaakt op de, bij ons zomervogel. Tortel
duif (niet te verwarren met de Turkse Tortel die
vooral standvogel is). Prachtig luid klinkt plotse
ling de zang van de Fluiter, het is net of er een
knikker op een glazen plaat stuitert. Vlak voordat
we het Slotbos verlaten vinden we een fraaie pad
destoel: een Morielje. In een boom boven ons
tsjirpt een Staartmees en groet een Fitis met de be
kende melancholieke tonen.
Hel Zeepe
We hebben ruim een uur genoten van de typi
sche bosvogels. Het voorstel om ook nog een uur
te besteden in het naastgelegen Zeepe wordt una
niem aangenomen. Ondertussen verschijnt de zon
boven de horizon en prikt door de nog ijle kronen
van het Slotbos. Nauwelijks in het gebied, of we
horen een fantastische Nachtegaal die zeer geva
rieerd zingt. Adembenemend en vol ongeloof dat
dat hele vocabulaire uit slechts een individu voort
komt vervolgen we de weg richting elzenbos.
Lang niet iedereen vond vanmorgen vroeg de
tijd te ontbijten, een enkeling tovert uit z'n jaszak
een geplette boterham en verorbert deze gretig.
'Had ik ook moeten doen' mompelt iemand met
een verlekkerde blik.
Aan de rand van het elzenbos zingt een Ge-
kraagde Roodstaart. Dit zingende mannetje laat
zich goed bekijken in de top van een dode popu
lier.
Er staat maar erg weinig water in het Zeepe dit
(voor)jaar; het hele elzenbos staat droog. Schril
contrast met een vijftal jaren geleden toen vele
eenden broedden in het volledig geïnundeerde bos.
Ergens bovenin een boom 'hoempt' een Holen-
duif, uitgelachen door alweer een Groene Specht.
Beide holenbroeders komen goed aan hun trek
ken, immers, Natuurmonumenten laat veel dode
bomen staan om deze soorten en o.a. de Gekraag-
de Roodstaart broedgelegenheid te bieden.
Via het dennenbosje en de berkenopslag, waar
een Koekoek roept, aanvaarden we de terugweg.
Terwijl een nest rode bosmieren een zonnebad
neemt klinken de geluiden van een laatste Fitis,
Kool- en Pimpelmees en een fantastische Nachte
gaal.
Met een voldaan gevoel nemen we afscheid van
elkaar, het was de moeite waard!
Ted Sluijter
Groene Specht, vaak „schaterlachend" en maar zelden
trommelend. Foto: Henk Harmsen.
81