-> Wanneer we op een ochtend in oktober een wan deling door de duinen maken kan het vrijwel niet missen, met de regelmaat van de klok klinkt er ge ruis van vleugelslagen en suist er een wolkje Spreeuwen voorbij. Met name langs de kust kun nen deze groepen heel groot worden. Door de aar zeling om de grote plas naar Engeland over te ste ken blijven veel vogels de kustlijn in zuidelijke richting volgen. Zo ontstaat een zekere filevor ming die 'stuwing' wordt genoemd. Er zijn wel eens trekkende groepen van zo'n slordige 1 Zi mil joen Spreeuwen gezien! Zulke extreem hoge aan tallen zullen we echter niet vaak te zien krijgen. Zo telde Jan Willem Vergeer van 15-19 oktober in 1984 „slechts" 28.500 langstrekkende Spreeuwen bij het Watergat te Renesse 1). In het verleden werden wel eens grotere groepen gezien, zoals een groep van 80.000 ex. op 5 okt. 1967, ook bij Re- nesse. Mogelijk heeft de aanleg van al die Delta- dammen tot een verbeterde doorstroming geleid waardoor er minder 'filevorming' optreedt langs de „Zeelandboulevard". Bij de foto's: Aan de hand van de opnamedata kunnen we mooi het verloop van de rui volgen. De jonge vogels hebben in ju ni en juli nog een tamelijk egaal bruin/grijs verenkleed met een witte kin. In de loop van augustus en september wordt dit verruild voor een pakje vol met grote witte spikkels. De jonge vogels zijn dan nauwelijks meer te on derscheiden van de volwassenen, die ook geruid hebben (juli-augustus). De witte punten aan het uiteinde van de veren slijten in de loop van de winter geleidelijk af, zodat de Spreeuw tegen het voorjaat een stuk minder gespik keld is. Overigens kunnen de spikkels, wellicht onder in vloed van hormonale prikkels, in het voorjaar versneld wegslijten wat altijd gelijk opgaat met de geel verkleu ring van de snavel. In een minder gespikkeld maar fraai groen en purper glanzend pakje zitten ze dan in april weer druk te klepperen op de dakgoot. Omdat de Spreeuw door z'n massale voorkomen, so ciaal gedrag en trek een dankbaar en uiterst boeiend studie-onderwerp vormt is er heel veel over geschreven. De monografie van Hugh P. Gallacher (2) over de Spreeuw is erg interessant en vaak bijzonder vermakelijk vanwege tal van anekdotes. Ook het onder zijn redaktie samengestelde „Spreeuwenboekje" met verhalen en te keningen van jeugdige vogelaars (7-17 jr.) die deze vogel bestudeerd hebben vormt heel aardige lektuur. 1. WERKGROEP AVIFAUNA NATUUR- EN VOGEL WACHT SCHOUWEN-DUIVELAND, 1986. De vogels van Schouwen-Duiveland, Zierikzee. 2. HUGH P. GALLACHER, 1978, De Spreeuw, Utrecht/Ant werpen. 3. HUGH P. GALLACHER (red.), 1982, Het Spreeuwenboek je, Voorhout. tekst: Kees de Kraker foto's: Henk Harmsen Spreeuw, juv., het Sorghvlietpark, Den Haag, 18 juni 191 Spreeuw, Oosterland, 3 mei 1 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1991 | | pagina 8