Korte bijdragen Mosselvissers, gewone boeren of vandalen? In „Het Vogeljaar" jaargang 39 (4) 1991 werd op blz. 181-182 aandacht besteed aan de promotie van Albert Beintema en Kees Swennen. De laatste is verbonden aan het NIOZ (Nederlands Instituut voor het Onderzoek der Zee) en geldt al jaren als specialist in wad- en zeevogels, in het bijzonder de Eidereend. Zijn proefschrift gaat dan ook over de ecologie en populatiedynamiek van de Eidereend in de Waddenzee. Aangezien de belangen van deze vogelsoort in de afgelopen winter haaks stonden op die der Zeeuwse mosselvissers en hiermee een lieve cent gemoeid was, werd dit conflict in de me dia breed uitgemeten. Ook in de lokale pers kon den we hierover lezen. Voor een objectieve kijk op deze problematiek kan het zeker geen kwaad om eens kennis te nemen van de volgende stelling bij het proefschrift van Kees Swennen, die hierbij is afgedrukt. Stelling van dr. C Swennen Nederland heeft zich door middel van verdragen te genover de internationale gemeenschap verplicht de na tuurlijke leefmilieus in de Waddenzee te beschermen en het gebruik van de mens hier op af te stemmen. Ons land schendt deze verdragen door vissers te veroorloven de permanente mosselbanken voor een kort gewin van de wadplaten te verwijderen. Joint declaration on the protection of the Wadden Sea, dec. 1982 (met Denemarken en Duitsland) Covention on the conservation of migratory species of wild animals, juni 1979 (Conventie van Bonn) Convention on the conservation of European wildlife and na tural habitats, september 1979 (Verdrag van Bern) Wetland Convention, 2 mei 1984 (Conventie van Ramsar) Biosphere Reserve, 12 januari 1987 (UNESCO's Man and Bi osphere Programme). Enig commentaar op deze stelling is hier ons inziens nodig: 1. Dat de stelling wel een heel neutrale omschrijving is van het grootste schandaal dat de laatste jaren in Neder lands belangrijkste natuurgebied is voorgevallen. 2. Een heel leefmilieu - de permanente mosselbanken in de getijzone - met behalve mossels onder andere ook ke verslakken, zeeanemonen, speciale zeerupsen, en zelfs een speciale vorm van de zeeëik Fucus mytili), dat hon derden ha besloeg is in zijn geheel verwijderd en vernie tigd. Zelfs de karakteristieke schelpen- en slikbergen zijn niet meer terug te vinden en in plaats daarvan zijn kale zandvlakten achtergelaten. Bij volledige uitschakeling van de schelpdiervisserij zal het mogelijk wel tien tot twintig jaar duren eer weer dergelijke structuren en bio topen zijn opgebouwd. 3. De vogelsoorten die op dit milieu voor een deel van het jaar geheel of gedeeltelijk voor hun voedsel zijn aan gewezen: onder andere Paarse Strandloper en Steenlo per, maar ook Scholekster en Eidereend zijn daardoor een leefgebied ontnomen en dat ondanks al die plechtige beloften in de internationale verdragen. 4. Dat het onvoorstelbaar is dat noch de inspecteurs der visserijen noch die van de dienst Natuur, Milieu- en Fau nabeheer hier onmiddellijk hebben ingegrepen, des noods met inschakeling van de marine. Dat het ministe rie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, dat deze diensten onder zich heeft, beter kan worden opgeheven en worden opgedeeld bij de departementen van Justitie, Economische Zaken, Onderwijs en Wetenschappen en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube heer. Vissers en boeren kunnen beter als gewone mensen worden beschouwd die zich hebben te houden aan gewo ne regels, waarvan de naleving door een onafhankelijk apparaat wordt gecontroleerd. Landbouw, Natuurbe heer en Visserij schijnt zich meer te bekommeren wie be richten laat uitlekken dan om de inhoud van deze berich ten. 5. Denkt het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij werkelijk dat deze ontaarde exploitatie overeen komt met de verklaringen in deze plechtige internationa le verdragen als: 'verstandig gebruik', 'maatregelen ge richt op de toename van watervogelpopulaties', 'maatregelen voor het behoud van trekkende soorten en hun leefgebieden', 'behoud van natuurlijke biotopen', 'een nationaal beleid voor de instandhouding van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten en de na tuurlijke leefmilieus'? 6. Dat het huidige vermogen aan schelpdiervisserij in de Waddenzee met 90% moet worden ingekrompen. Dat de zogenaamde mosselteelt, die door de koestering van technische middelen thans een biologisch negatieve pro- duktie heeft, geheel uit het gebied moet worden verban nen tot zij een biologisch aanvaardbare methode heeft gevonden. 1.. Dat de schelpdiervisserij ieder moreel recht op enige schadeloosstelling of steun heeft verloren door het ver nielen van de laatste zeegrasveldjes, door het vernietigen van de mosselbanken in de getijzone, door hun onjuiste voorstelling van zaken als zouden de Eidereenden ieder jaar toenemen en afgelopen jaar zelfs een absolute top hebben bereikt, zodat deze vogels zouden moeten wor den afgeschoten of anders zouden de vissers door de re gering schadeloos moeten worden gesteld - terwijl de ei- derstand al twintig jaar niet meer toeneemt en er afgelopen jaar zelfs 40% minder waren dan de laatste ja ren en de vissers zelf waren de grote vandalen. 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1991 | | pagina 20