Zwerftochten van een Zilvermeeuw
Halverwege de tachtiger jaren startte Arie
Spaans (Rijksinstituut voor Natuurbeheer) een
landelijk programma met het kleurringen van Zil
vermeeuwkuikens. In een aantal grote kolonies
werden kuikens met een voor de kolome kenmer
kende kleurcode geringd en met getallen/letters
kon bovendien de inviduele vogel herkenbaar ge
maakt worden.
Intussen is al veel onderzoek aan deze gekleur-
ringde meeuwen verricht, het zou dan ook aardig
zijn als de onderzoekers daarover eens een keer in
de Sterna willen schrijven. Zo werd o.a. vastge
steld dat een „Schouwse" meeuw die 's winters
veelal op een stortplaats nabij Tilburg verbleef,
ook tijdens het broedseizoen dit foerageergebied
bleef bezoeken. Met andere woorden: 's avonds
zat de meeuw bij zijn nest op Neeltje Jans, de vol-
Waarnemingen WAWJ buiten de kolonie
gende ochtend bij Tilburg op de stortplaats, 's
avonds weer op Neeltje Jans enz. Een echte pende
laar dus en wel over een behoorlijke afstand.
Wie zo'n ring afleest en de gegevens doorgeeft
aan het RIN (Postbus 9201, Arnhem), ontvangt
een lijst met alle terugmeldingen van de bewuste
vogel. Zo deed ook Han den Haan, coördinator
van de rondleidingen die leden van de Natuur- en
Vogelwacht door de kolonie in de Meeuwenduinen
verzorgen. Van hem is ook het onderstaande com
mentaar bij de gegevens van deze meeuw. Hier zou
je nog aan toe kunnen voegen: vanaf hun derde le
vensjaar (vaak later) beginnen Zilvermeeuwen deel
te nemen aan het broedproces. Tegen die tijd zoe
ken ze hun geboorteplaats weer op, vandaar de
waarnemingen op de stortplaats te Serooskerke
sinds '89.
Kees de Kraker
In 1991 (en waarschijnlijk ook al in 1990) broedvogel Theunisseshil. Het nest bevindt zich links van het pad,
als men de excursie-vallei weer verlaat.
Bovengenoemde waarnemingen weerspiegelen
vrij aardig het verspreidingsgebied van veel
Schouwse Zilvermeeuwen: het Deltagebied, de
kust en het binnenland van België.
Veel waarnemingen zijn afkomstig van vuilstor-
ten. Dit betekent niet, dat de betreffende meeuw
bijna altijd op vuilstorten zit (hij is daar simpel
weg eenvoudiger waar te nemen). Vaak zitten ze
op het strand of op droogvallende platen; tijdens
hoog water of met slecht weer zitten ze vaak op
storten.
Wel is het zó, dat sommige beesten een duidelij
ke voorkeur hebben voor storten en andere juist
niet.
Geboortejaar 1986
Geboorteplaats: Schouwen, Meeuwenduinen (Theunisseshil)
Geslacht man
le levensjaar (1986-1987):
10-08-1986 voor 't laatst in de kolonie gezien
19-09-1986 Vlissingen-Oost (Nieuwdorp) vuilstort NL Zeeland
13-02-1987 Vlissingen-Oost (Nieuwdorp) vuilstort NL Zeeland
2e levensjaar (1987-1988):
29-04-1988 Colijnsplaat
06-05-1988 Oostende
07-05-1988 Oostende
Se levensjaar (1988-1989):
04-09-1988 Mariakerke
10-09-1988 Oostende
11-05-1989 Serooskerke (Schouwen)
4e levensjaar (1989-1990):
14-12-1989 Scherpenisse (Tholen)
05-04-1990 Vlierzele
20-06-1990 Serooskerke (Schouwen)
28-06-1990 Serooskerke (Schouwen)
5e levensjaar (1990-1991):
15-01-1991 Serooskerke (Schouwen)
22-01-1991 Antwerpen
haven NL Zeeland
haven B West-Vlaanderen
haven B West-Vlaanderen
strand B West-Vlaanderen
haven B West-Vlaanderen
vuilstort NL Zeeland
vuilstort NL Zeeland
vuilstort B Oost-Vlaanderen
vuilstort NL Zeeland
vuilstort NL Zeeland
vuilstort NL Zeeland
vuilstort B Antwerpen
Foto: Henk Harmsen.
Han den Haan