Tabel 1. Aantallen getelde ganzen op Goeree-Overflakkee soort okt. '90 nov. '90 dec. '90 jan. '91 febr. '91 mrt. '91 Rietgans 70 1.919 1.072 401 Kleine Rietgans 30 Kolgans 222 1.284 4.237 1.999 1.844 Grauwe Gans 1.109 4.754 3.294 2.941 2.374 826 Brandgans 174 10.709 17.839 20.075 7.687 9.818 Rotgans 842 1.188 970 1.196 1.266 1.052 was de grootste groep in polder De Tille (510 ex.) ten zuidoosten van Stad a/'t Haringvliet. In de cember fourageerden een groep Rietganzen (450 ex.) en een groep van 260 Kleine Zwanen naast en door elkaar ten zuiden van Nieuwe Tonge. Kolgans De Kolgans bereikte het hoogste aantal in ja nuari. De graslanden van de Slikken van Flakkee waren op die teldag duidelijk favoriet. Aangezien ook in de Oude Oostdijk nog ruim 1200 Kolgan- zen waren, was januari 1991 één van de beste Kol- ganzentellingen van de laatste 10 jaar. Opvallend was ook dat in maart nog 1844 Kol- ganzen aanwezig waren. De decembertelling was niet volledig op Goe ree, zodat het lage aantal Kolganzen verklaarbaar is. Grauwe Gans Ook dit jaar konden we in november het hoog ste aantal Grauwe Ganzen noteren. Vooral bij Stad en Den Bommel waren in die maand veel Grauwe Ganzen. Ook in de Eendragtspolder (1300) en in de Zuiderdieppolder (700) zaten toen grote groepen. In december was de grootste groep (630) op de Noordelijke Slikken te vinden. In ja nuari telden we 1100 Grauwe Ganzen op de Kwa de Hoek. In februari werd de grootste groep ge teld in de polder Diederik, in de nabijheid van de Zuidelijke Slikken. En in maart tenslotte werden 310 Grauwe Ganzen gemeld uit de Koude Hoek. Uit deze opsomming blijkt duidelijk dat deze soort over het hele eiland voorkomt. Ook op vele andere plaatsen konden we regelmatig Grauwe Ganzen aantreffen. Brandgans Een uitstekende winter was het wederom om de Brandganzen in grote groepen waar te nemen. Vooral in december (bijna 18.000) en in januari (iets meer dan 20.000) was een flink deel van het totale aantal Brandganzen dat de winter in Neder land doorbracht, op Goeree-Overflakkee te vin den. In de winter van 1989 werd een totaal van 138.000 Brandganzen vastgesteld voor heel Ne derland. (Limosa). In november verbleven bijna alle Brandganzen op de teldag op de Zuidelijke Slikken. In decem ber waren dat er bijna 12.000. Op de gorzen bij Stad waren er toen 3000. In januari ruim 9500 op de Zuidelijke Slikken. Brandganzen in grote groepen waren toen ook op de Bommelse gorzen (4000) en in de Koude Hoek. Daar waren 3500 Brandganzen en voor dat gebied is dat uitzonderlijk veel. In februari was het (na de vorstperiode) wat minder, maar langs het Zuiderdiep waren toch 3500 Brandganzen te vinden. Ook in maart waren langs het Zuiderdiep nog 3750 ex. Op de Zuidelijke Slikken 3250 en op de gorzen bij Stad 2800. Rotgans Afgelopen winter moesten we het doen met wat minder Rotganzen. De grootste groep Rotganzen (die zich op Goeree ophield), verbleef dan weer in de Koude Hoek, dan weer in de Oude Oostdijk, het Oudeland van Ouddorp of op Markenje, maar was toch kleiner in aantal dan de winter van '89 op '90. Toen bestond die groep vaak uit 1500 Rotgan zen. Deze winter bleef deze groep onder de 1000. Op Oostflakkee werden regelmatig Rotganzen ge meld uit de Heeren- en Aymon-Louisepolder. Ook in en langs de Grevelingen bij de dam, Battenoord en Herkingen werden steeds enkele honderden Rotganzen gezien. Tijdens de Grauwe Ganzentelling van 16 sep tember 1990 werden 1021 ex. geteld. Meest overzomerende (en soms broedende) ganzen. In de februari-tellingen zat een melding van 30 Kleine Rietganzen. Deze werden geteld in pol der het Oudeland van Ouddorp. Regelmatig werden 2 of 3 Sneeuwganzen waar genomen. (Meestal tussen de Brandganzen). 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 11