Wintervogels, wie kent ze? Voorkant folder buiten Schouwen-Duiveland zit er bij deze Sterna zo'n folder bijgesloten die ze ook voor het bovengenoemde doel kunnen gebruiken. Iedere natuurliefhebber die re gelmatig Schouwen-Duiveland bezoekt is een potentieel lid! De folder zal verder verspreid worden via VVV- bureau's, op excursies en lezingen. Wie denkt zelf nog een aantal leden te kunnen winnen voor de Natuur- en Vogelwacht kan folders krijgen bij de penningmeester: Arnold van der Wees, telefoon 01110-15141. Hoewel door een van de inzenders de winterpuzzel uit de vorige Sterna „een aardig initiatief" werd genoemd, bleef het aantal ingezonden oplossingen (slechts 10) ver beneden mijn verwachting. Een van de oorzaken daar voor zou wel eens in de moeilijkheidsgraad gelegen kun nen zijn, want geen van de inzendingen bleek volkomen foutloos. Zelfs doorgewinterde vogelaars vergisten zich bij een enkele soort. De oplossing moest zijn: 1. Winterkoning; 2. Drie- teenstrandloper; 3. Geelsnavelduiker; 4. Grote Burge meester; 5. Waterpieper; 6. Toppereend. De nummers 4 en 5 leverden de meeste problemen op. De Grote Burgemeester kon herkend worden aan de vol gende kenmerken: meeuwachtig vliegbeeld, ontbreken van enige tekening aan de onderzijde, tint onderkant vleugels vergelijkbaar met buik, forse snavel. De Water pieper kon met name herkend worden aan de duidelijk lichte oogstreep en het zwarte streepje daaronder. De overige kenmerken waren minder goed te zien. De meeste inzenders hielden het echter op een Oeverpieper. Het is wel eens aardig om te lezen wat de „Atlas van de Neder landse vogels" hierover zegt. Voor de ervaren vogelaar is de Waterpieper makke lijk van de Oeverpieper te onderscheiden door de hel derwitte buitenste staartpennen en wenkbrauwstreep, de gestreepte flanken, witachtige onderzijde en warmbrui- ne rug. Het karakteristieke geluid is daarbij een extra hulpmiddel. Toch wordt de soort pas sinds de jaren zestig regelmatig waargenomen. Voor die tijd werd de Waterpieper vermoedelijk over het hoofd gezien. En nog steeds wordt het beeld van de verspreiding groten deels bepaald door een 'handjevol' waarnemers die de soort goed kennen". Maar in feite is ook de Waterpieper Anthus spinoletta spinoletta een Oeverpieper Anthus spinoletta, wat een verzamelnaam is voor een aantal duidelijk herkenbare ondersoorten. Anthus spinoletta littoralis de echte Oe verpieper is een Scandinavische soort die in ons land vooral in de kuststreek wordt waargenomen, terwijl de Waterpieper die de gebergten van Midden, Zuid- en Oost-Europa bewoont, meer in het binnenland wordt waargenomen. Wanneer we de oplossing: 5. Oeverpieper, goed reke nen (ondersoort buiten beschouwing gelaten) dan waren er twee goede oplossingen, namelijk van Ted Sluijter en L. van Ree. Bij loting is de prijs, het prachtige boek „De zee, de zee, de Noordzee" naar L. van Ree gegaan („Ont dek de duinen" bleek niet meer verkrijgbaar). Vermeldenswaard is ook de oplossing van S. P. Padmos-Boot die o.a. een Keelschreeuwer, verdwaalde IJscoduiker en de Achternicht van een bergeend meende te herkennen. Zo zie je, naar vogels kijken is gewoon erg leuk! Kees de Kraker 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 23