de kust allemaal afspeelt, is het niet voldoende om
in een vliegtuig te kruipen of er met een boot
doorheen te varen. Vanuit een vliegtuig krijg je bij
laagwater wel een mooi beeld van de uitgestrekte
zandplaten die zich voor de kust gevormd hebben.
Als je er tussendoor vaart raak je onder de indruk
van de hoogte die sommige platen al bereikt heb
ben. Maar de grote ontwikkelingen in de Voordel
ta spelen zich toch nog steeds onder water af.
Het getij en de golven doen het werk. De
Noordzeegetijstroming loopt evenwijdig aan de
kust. Bij vloed in noordelijke richting, bij eb naar
het zuiden. Maar de totale waterverplaatsing bij
vloed is groter dan bij eb, zodat er een zogeheten
reststroom bestaat naar het noorden. In de mon
ding van de zeegaten bestaat een wisselwerking
tussen het Noordzeegetij en het in- en uitstromen
de getij. Het golfklimaat wordt bepaald door de
overheersende winden uit zuidwestelijke tot
noordwestelijke richting.
Een ander belangrijk kenmerk is de aanwezig
heid van los, zandig materiaal, dat hier voor de
kust in de loop van duizenden jaren is afgezet. In
een samenspel tussen de zandverplaatsingen door
de in- en uitgaande stroming bij de zeegaten, door
de getijstroming evenwijdig aan de kust en door
de golfwerking, ontstonden in het ondiepe kustge
bied een aantal zogenaamde buitendelta's. In de
geomorfologie wordt onder buitendelta's verstaan:
Hopen zand en klei in de vorm van een delta, die
onderwater liggen aan de zeezijde van een estuari
um of zeearm. Door de afsluiting van het Haring
vliet en de Grevelingen werd het dynamisch even
wicht tussen de vormende krachten van de
buitendelta's verbroken. Golven en het Noordzee
getij begonnen de vorm van de buitendelta's te
veranderen. Na het afsluiten van een zeearm volg
de eerst een stadium waarin de vooroevers van de
buitendelta's erodeerden. Het vrijkomende mate
riaal vormde zandbanken en vulde de geulen op.
De zandbanken groeiden in hoogte van ca. -3,5 m
tot -0,5 m NAP en verplaatsten zich landwaarts
met een afnemende snelheid van in het begin hon
derden meters per jaar, tot nog slechts tientallen
meters na een kleine tien jaar. Vervolgens trad een
nieuw stadium in van stabiliserende banken en een
verminderde geulopvulling. Een stadium dat nog
steeds voortduurt. Om een indruk te geven van de
enorme processen die zich voor de kust afspelen:
Gemiddeld over de afgelopen 20 jaar is er op de
voormalige buitendelta's van Haringvliet en Gre
velingen respectievelijk 2 en 3 miljoen m3 zand per
jaar afgezet. Het gebied achter de zandbanken ligt
erg beschut en is ondiep. Juist dit soort ondiepe,
wad-achtige gebieden zijn voor de natuur bijzon
der interessant. Verwacht wordt dat de morfologi-
37