sche veranderingen voor de Grevelingen en het Haringvliet de komende decennia beperkt zullen blijven. Voor de Oosterschelde zijn de processen nog maar net op gang gekomen. Daarbij speelt natuurlijk nog een rol dat het getij in de Ooster- scheldemonding maar voor zo'n 20% is vermin derd. Dit gedeelte van de Voordelta zal altijd een dynamischer karakter behouden dan wat daar ten noorden van ligt. Waarde Terecht wordt er bij het aangeven van het belang van een gebied als de Voordelta tot ver over de grenzen gekeken. Je moet namelijk een heel eind reizen voordat je een vergelijkbaar gebied tegen komt: in Portugal, Spanje of Zuid-Frankrijk. De veranderingen in de morfologie maken de Voordelta een bijzonder gebied. Geulen en platen verplaatsen zich, uit slikken ontstaan schorren, uit stranden ontstaan strandvlakten, slufters en ver volgens duinen. Als gevolg van de aanvoer van voedingsstoffen door de rivieren en de zee is een gebied als de Voordelta van nature voedselrijk. Dat vertaalt zich in een rijk bodemleven, zoals wormen, garnalen en schelpdieren. De droogvallende slikken en schorren en de beschutte ondiepe gebieden achter de Hinderplaat en de Bollen van de Ooster zijn ekologisch gezien de sleutelgebieden. Door het rij ke bodemleven hebben deze gebieden een grote be tekenis voor opgroeiende vis. Door de rijkdom aan bodemleven is de Voordelta ook belangrijk voor vogels. Tienduizenden Zwarte Zeeëenden en zo'n 15.000 Toppereenden overwinteren in de na bijheid van de grote kokkelbanken. Het slikkenge- bied bij Voorne is een goed pleistergebied voor steltlopers. De rest van de Voordelta speelt een be langrijke rol als foerageergebied voor Grote Stern, Visdief, Dwergstern, Aalscholver en Fuut. Niet al leen vogels en vissen profiteren van de grote voed- selrijkdom. Ook de zeehond heeft in de Voordelta een rustig plekje gevonden. De aan het getij gebonden planten en dieren, die door de Deltawerken een groot deel van hun leef gebied verloren zagen gaan, krijgen in de Voordel ta weer ruimte terug. En dat is geen overbodige luxe, want deze oh zo schaarse gebieden staan over de hele wereld zwaar onder druk door vervuiling, zeehavenontwikkeling, inpolderingen of rekreatie. Beleid In de jaren tachtig werd duidelijk dat zich door de morfologische ontwikkelingen langs de kust een waardevol gebied ontwikkelde, dat na vogels en zeehonden ook al snel ontdekt werd door toe risten en vissers. Aan deze spontane ingebruikna me moest op de een of andere manier sturing ge geven worden, anders was de natuurfunktie binnen de korste keren om zeep geholpen. Eind tachtiger jaren werden de grote potenties van het gebied al in verschillende Rijksnota's erkend. De Vierde Nota Ruimtelijke Ordening formuleerde als doelstelling voor het gebied: het veilig stellen van de natuurlijke ontwikkeling in het gebied. Het Na tuurbeleidsplan gaf aan dat de Voordelta als na tuurontwikkelingsgebied behoort tot de ekologi- sche hoofdstruktuur van Nederland. Maar om alle ontwikkelingen nu en in de toe komst in goede banen te leiden was een specifiek op het gebied toegesneden beleidsplan nodig. Voor het opstellen van dit beleidsplan werd een Bestuurlijk Overleg in het leven geroepen, waarin alle bestuurslagen vertegenwoordigd zijn: Ge meenten, waterschappen, provincies en verschil lende ministeries. En zo begon een moeizaam ge touwtrek over wat waar nu wel en niet mocht. Op 14 mei j.l. werd het beleidsplan voorlopig vastgesteld door het Bestuurlijk Overleg. Dat wil zeggen dat de deelnemers aan het overleg nu naar de achterban teruggaan om steun voor het beleids plan te verkrijgen bij gemeenteraad of provinciale staten. Inhoud beleidsplan Rond de 15.000 Toppereenden overwinteren in de Voor delta. 9 Toppereend. Foto: Henk Harmsen. De al eerder in de overheidsnota's genoemde doelstelling is ook in het beleidsplan overgeno men: de veiligstelling van de natuurlijke ontwikke- 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 16