De fauna van scheepswrakken in de Noordzee Rob Leewis Inleiding. In de loop van de tijd zijn er in de Noordzee duizenden schepen vergaan. Vele daarvan zijn geborgen of door de elementen zelf afgebroken, maar er zijn er ook nog een heleboel over. Op zeekaarten staan ze aangegeven als ze op de een of andere manier een gevaar voor de scheepvaart of de visserij kunnen opleveren. Toch is dat maar een fractie van wat er werkelijk ligt. Op grond van archiefonderzoek kan een schatting gemaakt worden van het aantal dat nu nog aanwezig is. Voor de hele Noordzee worden getallen genoemd van 20.000 tot 50.000 wrakken. Ongeveer de helft daarvan steekt nog boven de bodem uit. Deze wrakken vormen een harde ondergrond (substraat) in een omgeving waar dat verder zeer schaars is. Daardoor concentreert zich er een veelheid aan levensvormen die aan hard substraat gebonden zijn. Dat zijn niet alleen de bekende groepen als zee-anemonen, hydroid- poliepen, zakpijpen, sponzen, en dergelijke, maar ook veel vissoorten, krabben en kreeften, die in een wrak holtes vinden om als schuilplaats te dienen, of als uitvalsbasis voor jachtpar tijen, of ook wel als nestplaats. Deze bijzondere en zeer rijke levensgemeen schappen zijn in de afgelopen jaren bestudeerd door het Bureau Waardenburg, in opdracht van de Dienst Getijdewateren van de Rijkswaterstaat. Dit artikel gaat in op de resultaten van dat onderzoek. Het is voornamelijk gebaseerd op het eerste sa menvattende rapport door Bureau Waardenburg: Van Moorsel, Waardenburg en Van der Horst, 1991. Tubularia ssp. (hydroidpoliepen). Foto: Rob Leewis/T.P.S. Bijzondere onderzoeksmethoden Dit type onderzoek kan alleen worden uitgevoerd met behulp van duikende biologen. Dat houdt in, dat een he le reeks speciale veiligheidsmaatregelen moet worden ge nomen, rekening houdend met de relatief moeilijke om standigheden op volle zee. Zo hebben we te maken met golven, stroming, koude en slecht zicht (in het algemeen zo'n 1,5 tot 5 meter) onder water. Op wrakken kom je ook vaak verloren vistuig tegen en andere obstakels, zo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 26