zo best aan toe was en het door het gure weer (het was oktober) waarschijnlijk nogal koud had, zocht bescherming tegen de ineengedoken uil die niets deed naar het zielig aandoende beestje tegen zijn borst. Spreeuwen en andere opportunistisch ingestelde vogels zoals Kraaiachtigen maken door hun eetge woonten ook een goede overlevingskans omdat zij in leven kunnen blijven van visresten die ze aan dek opscharrelen. Wij zetten ze dan ook nog wel eens een schotel water en wat brood voor om het nog wat gemakkelijker te maken voor ze. Kleine vogeltjes zoals Goudhaantjes hebben bij een langduriger verblijf aan boord, doordat het bijvoorbeeld mistig blijft, een zeer geringe overle vingskans. Veelal liggen ze na één etmaal al dood. Dit zal wel te wijten zijn aan hun voedselkeuze, ze kunnen aan boord geen insekten vinden en door hun ongunstige inhoud-oppervlakte verhouding raken ze snel ondervoed en sterven. Goudhaantjes gedragen zich ook bijzonder mak wanneer ze aan boord komen. Ze gaan zelfs op je hoofd zitten als je aan dek aan het werk bent. Geen duidelijk beeld van de trek Een goed beeld van de vogeltrek over de Noord zee kunnen we ons aan boord van een schip moei lijk vormen omdat we naast de exemplaren die aan boord komen alleen laagvliegende soorten bij dag goed kunnen waarnemen (en soms de soort bepa len). Dus aan al de waarnemingen die we doen durf ik maar weinig conclusies te verbinden. Vo gelsoorten die we nooit hebben gezien kunnen best toch de Noordzee oversteken. Over het laagvliegen wil ik nog wel zeggen dat vooral watervogels zoals eenden en ganzen dit vaak doen. Soms gaan ze zelfs vlak over het wateroppervlak. Laag overtrek kende soorten nemen we ook wel op de radar waar. Bij mist zie je op de radar wel eens een grote zwerm vogels aankomen. Even later hoor je ze en nog wat later strijken dan vaak honderden spreeu wen op het schip neer. Waarschijnlijk vinden de vogels de schepen op het gehoor: op de stille zee is het geronk van een scheepsdieselmotor letterlijk en figuurlijk een baken in de mist. Bijzondere waarnemingen Enkele vermeldenswaardige waarnemingen die we ooit hebben gedaan zijn wel: twee Blauwe Rei gers op 35 km ten westen van Scheveningen en een Porceleinhoen nabij het Lichteiland Goeree. Dit laatste exemplaar kwam in mei 1989 aan boord, Blauwe Reiger behalve tussen het riet ook boven zee op 35 km ten westen van Scheveningen aangetroffen. Foto: K. W. Tanis. een unieke kans om dit schuwe dier eens van nabij te bekijken. Gelukkig bleef het dier aan boord, er was een zeer dichte mist boven zee, tot we in de ha ven waren en toen vloog het direkt van boord. Wanneer de vogel even heeft rondgevlogen zal de ze waarschijnlijk wel zijn neergestreken op het voormalig zanddepot nabij het Zuiderdiep. Dit ligt namelijk vlakbij de vissershaven van Stellen dam waar wij elke week aanlanden. Zo kwamen we dus allen behouden thuis. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 35