Als voedsel vermeldt Sluiters (3): 'hoofdzakelijk
oppervlakteplankton, verder veel kwallen, vis,
oliehoudende afval' (wellicht van walvissen; van
daar ook dat 'leversnokken', natuurlijk om de 'le
vertraan'!). Vanwege die olie nog dit. De Noordse
Stormvogel staat er om bekend dat belagers, bij
voorbeeld in de broedkolonie, de kans lopen met
een stinkende olieachtige brij bespuwd te worden.
Dat schijnt niet zo'n pretje te zijn, het werkt ten
minste zeer effektief. Wellicht is dit dezelfde
substantie als waarmee de jongen gevoerd worden
(voedsel maagolie). In dit verband merkt Ph.
Burton nog op: 'De specifieke muffe geur die alle
stormvogels eigen is, hangt zelfs nog om opgezette
vogels van 100 jaar oud'. Het lijkt me dat er aan
een opgezette vogel van 100 jaar oud zowiezo wel
een muf luchtje zal hangen, maar dat geuren -
vaak afhankelijk van de herinneringen of associa
ties die ze oproepen - op heel verschillende wijze
ervaren kunnen worden, zien we weer eens mooi
bewezen in het onderstaande gedicht van Hans
Warren.
Literatuur
1. BURTON, PHILIP HAYMAN PETER. 1977. Het Vogel-
boek, Zomer Keuring, Ede-Antwerpen.
2. LAANE, REMI et al. 1991. De zee, de zee de Noordzee, SDU.
3. SLUITERS, J. E. 1958. Prisma vogelboek, Het Spectrum,
Utrecht-Antwerpen.
4. SAUNDERS, DAVID. 1971. Seabirds, Hamlyn, London.
Broedende Noordse Stormvogel aan een rotskust in IJs
land. Foto: John Beijersbergen.
De Noordse Stormvogel
De Noordse Stormvogel was al dood
toen ik hem vond, na een storm
als een vreemde, dikke sneeuwige meeuw
neergestort in het staketsel van ons hoogste dak.
Hij rook naar avonturen, een geur van de zee;
bitter, opwindend, ik wist toen nog niets
van de geuren van de liefde, maar de stormvogel
ruikt naar de liefde van de oceanen
een wrange, mannelijke lucht, verlokkend, alles laat
je
als in verdwazing achter in dat wilde spoor.
Hans Warren
Uit: Betreffende Vogels
1974. Erven Thomas Rap
Amsterdam
71