Dagvlinders m Zeeland Oranje zandoogje (9) op braam. Foto: Kees de Kraker. De Vlinderstichting Inleiding De laatste tijd staan de dagvlinders in het middelpunt van de belangstelling. Niet alleen vlinderaars, maar ook plannenmakers en beheerders van natuurterreinen zijn het belang van deze diersoort in gaan zien. Dagvlinders blijken namelijk sterk te reageren op veranderende omstandigheden in hun leefgebied. Om de geïnteresseerden informatie te kunnen geven over vlindervriendelijke inrichting en beheer moet er erg veel over de vlinders bekend zijn. Niet alleen moeten voldoende versprei- dingsgegevens aanwezig zijn, maar vooral moeten we weten welke specifieke eisen de diverse soorten stellen aan hun leefomgeving. Een aantal algemene eisen die door vrijwel alle vlinders worden gesteld zijn: Warmte en beschutting Vlinders hebben warmte en beschutting nodig. Het zijn koudbloedige dieren die een hoge luchttemperatuur of een flinke periode zon no dig hebben om actief te kunnen worden. De meeste soorten zijn ook nogal gevoelig voor wind en zullen het meest voorkomen op plaat sen waar beschutting aanwezig is. Voedselplanten voor de rupsen De rupsen zijn vaak heel kieskeurig. Veel soor ten leven maar van één plantesoort (de zoge naamde waardplant) en vaak moet deze ook nog aan een aantal standplaatseisen voldoen. Er zijn ook wel soorten die hier wat makkelij ker in zijn. De rupsen van het Boomblauwtje bijvoorbeeld hebben o.a. Klimop, Hulst, Struikhei en Vuilboom op het menu staan. Nectarplanten voor de vlinders Ook de volwassen vlinders hebben voedsel no dig. De meeste soorten verzamelen nectar uit bloemen. Ze zijn over het algemeen iets minder kieskeurig dan de rupsen, maar lijken toch een voorkeur te hebben voor bloemen met roze en paarse tinten. 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 10