regelmatig waar te nemen. Ook dan zoeken ze bij voorkeur de bloemenrijke ruigten op die zijn te vinden op industrieterreinen, spoorwegemplace menten en braakliggende (opgespoten) terreinen. Een soort die er erg veel op lijkt is het Geelspriet- dikkopje. Deze soort komt nauwelijks in Zeeland voor en is meer gebonden aan bossen en bosran den. Ook voor het Zwartsprietdikkopje geldt dat er bij het maaien delen ongemoeid gelaten zouden moeten worden omdat eitjes, rupsen en poppen gedurende een groot deel van het jaar in de vegeta tie aanwezig zijn. Een normaal maaibeheer met afvoeren van het maaisel zal betekenen dat ook een grote hoeveelheid eitjes (in het najaar) of rup sen (in het voorjaar) mee zal worden afgevoerd. Er is nog veel onbekend Uit deze voorbeelden blijkt dat vlinders heel specifieke eisen stellen aan hun leefmilieu. Van een aantal soorten zijn deze eisen al heel goed bekend. Toch is het heel belangrijk om meer gegevens te hebben, zowel over de plaatsen waar de verschil lende vlinders worden gezien als van de omgeving waarin ze worden waargenomen. De Vlinderstich ting houdt zich al enige jaren bezig met vlinderon- derzoek in Nederland en zou graag van u allemaal de vlinderwaarnemingen doorkrijgen. Er is hier voor een onderzoek gestart, „Vlinders in het Ne derlandse landschap". Met de door u doorgegeven gegevens kunnen we proberen om beheerders en inrichters voortelichten zodat de achteruitgang van de vlinderstand kan worden gestopt. Tevens zullen met de door u verzamelde gegevens regiona le vlinderatlassen worden uitgegeven, waarin de vlinderwaarnemingen bij u in de buurt zijn opge nomen. Om te kijken of de maatregelen die worden ge nomen ook echt helpen moet jaren achtereen de vlinderstand gevolgd worden. Voor dat doel is een monitoringproject in het leven geroepen. U kunt hieraan meewerken door met twee of drie perso nen een route van ongeveer een half uur voor uw rekening te nemen. U kunt zelf de plaats van de route uitkiezen. Eens per week wordt deze route gelopen (van april t/m september) en de waarne mingen worden aan de Vlinderstichting doorgege ven. Samen met het Centraal Bureau voor de Sta tistiek (CBS) worden deze gegevens verwerkt. Uiteraard worden de medewerkers steeds op de hoogte gehouden van de resultaten van het onder zoek. Wilt u meewerken? Neem dan contact op. Als u mee wilt werken aan het vlinderonderzoek dan kunt u contact opnemen met de Vlinderstich ting. Ook mensen die nog niet zoveel van vlinders afweten zijn van harte welkom. Bij het onderzoek naar „Vlinders in het Nederlandse landschap" be paalt u zelf hoeveel tijd u eraan besteedt. Bij het monitoring onderzoek wordt eens per week geteld, maar dat kunt u doen met meerdere personen. Met uw medewerking maken we van Zeeland een echte vlinderprovincie en Nederland weer een echt vlinderland. De Vlinderstichting afd. onderzoek en adviezen Chris van Swaay Kars Veling Postbus 506 6700 AM Wageningen tel. 08370-24224

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 12