Veldwarkruid, een zeldzaam maar lastig onkruid
op Flakkee
De bladerloze stengels van het Veldwarkruid met bolvormige bloemetjes. Foto: S. H. van Driel.
■S. H. van Driel
De natuur blijft verrassend. Voor het eerst ontdek je het spontane voorkomen van Veldwar
kruid Cuscüta campestris in een perceel snijbloemen. Hier een poging om er achter te komen
wat de oorzaak van deze massale groei kan zijn.
Hel relaas
Sinds een jaar of vijftien worden er op een per
ceel zware kleigrond diverse zomersnijbloemen ge
kweekt, onder andere zomerasters. Deze asters
vormden in 1992 de waardplanten voor het hierop
parasiterende warkruid. De waarneming was een
verrassing. Na terugkomst van vakantie in augus
tus bleek de aantasting door explosieve groei mas
saal aanwezig te zijn. Dit was tevens mijn eerste
kennismaking met deze soort. Minstens een kwart
van de asters (Callistephus) was overwoekerd en
hierdoor onoogstbaar geworden.
Het is duidelijk te zien dat het om een volwaar
dige parasiet gaat. Door de kleur, geel-oranje, en
het ontbreken van bladeren is er geen bladgroen
aanwezig, ook wortelen die planten na een korte
periode als kiemplant (die nog wel enig bladgroen
bezit) niet meer in de grond. Volgens de flora gaat
het om een warkruid, maar welke? Er komt min
stens een zevental soorten voor in Nederland. Met
hulp van de plantenwerkgroep wordt de soort als
Veldwarkruid gedetermineerd. Het kruid is een
volwaardige, éénjarige parasiet. Met boorwortel-
tjes worden de stengeldelen van de waardplant
geïnjecteerd en worden de noodzakelijke voe
dingsstoffen aan deze „gastheer" onttrokken.
Naar eigen waarneming sterft de waardplant hier
vroegtijdig aan.
Volgens telefonische navraag bij plantenwerk-
groepen op Schouwen-Duiveland en de Hoekse
Waard is het Veldwarkruid daar nog nooit waarge
nomen. Voor onze omgeving is het dus zeldzaam
te noemen. Volgens de flora is het een Noord-
Amerikaanse soort die als adventief zaad mee
gekomen met zaaizaad) zo af en toe in Nederland
gesignaleerd wordt.
92