Veren igingsn ieu ws Goeree-Overflakkee Lotgevallen van een kerkuilenwerkgroep Waarom zeg je: Ja, dat wil ik wel? Ben je door die vraag overrompeld? Besef je de gevolgen niet? Heb je zin in avontuur? Voel je je toch ergens door aangesproken? Voel je je verplicht? De redenen zijn niet altijd even duidelijk. Op die vergadering van de Vogelwerkgroep Goeree-Overflakkee was de sfeer al geheimzinnig. De vergadering werd deze keer gehouden op een plaats die je deed denken aan een Engelse pub uit de jaren dertig. Om je heen zag je slechts de sil houetten van de collega-vogelaars en de stem van de voorzitter kwam als een hulproep van een jonge vogel in de nacht. Je zag de silhouetten verstarren bij de woorden 'Wie wil er beginnen met een kerkuilen-werkgroep'? De woorden kerkuilen en groep deden geen pijn. Het woord 'werk' echter deed alle vogelaars zuchten. In zo'n gezelschap hadden al veel mensen zo vaak ja gezegd, waardoor er naast het 'verrekij- keren' veel bijkomende werkzaamheden kwamen kijken. Maar zoals altijd kwam het verlossende woord na enkele minuten, waarin de vogelaars zich eerst doodstil hadden gehouden, gelijk moe- •der vogel haar jongen waarschuwt: Gevaar! Na het ja ging de vergadering opgelucht verder. In de pauze werd de ja-zeggers de naam ingefluisterd van Rinus van 't Hof (Nieuwerkerk). De twee ja- zeggers begonnen voorzichtig te overleggen, ter wijl op de achtergrond gesprekken gevoerd wer den, waarbij de woorden kerkuilen, broedparen, uilskuikens, oude schuren en muizenplaag werden genoemd. Na deze avond ging alles in een stroomversnel ling. Boeken lezen, tijdschriftenartikelen verzame len, ervaren vogelaars uithoren, Rinus van 't Hof bezoeken. Hij gaf de tips en we gingen aan de slag toen de voorzitter van de vogelwerkgroep ons het benodigde hout voor een aantal kasten leverde. De taakverdeling van aangevei en vakkundige knutse laar was binnen de groep snel duidelijk. Tussen neus en lippen door hadden we aan iemand ge vraagd wat te doen aan de publiciteit. Tot onze grote schrik (lees verbazing) werden we drie maal door een krant geïnterviewd (twee regionale en een landelijke krant). We hadden deze taak over het hoofd gezien. Toch is dit juist de grote stimulans geweest. Reak- ties vanuit alle hoeken van Goeree-Overflakkee over hout, geschikte lokaties, waarnemingen, hulp e.d. kwamen binnenstromen. Dit waren er zo ver rassend veel, dat we ondanks het noteren van alle gegevens waarschijnlijk mensen dingen hebben be loofd of toegezegd die we nog niet zijn nagekomen (onze excuses daarvoor). Ondertussen zijn er o.a. door de hulp van enthousiaste vrijwilligers tiental len kasten gemaakt, waarvan de meesten al han gen. Tevens is er een provinciale werkgroep opge richt, waarvan Goeree-Overflakkee deel uit maakt. De volgende keer willen we wat vertellen over het plaatsen van de kasten en wat we daarbij mee gemaakt hebben. Kerkuilenwerkgroep Goeree-Overflakkee 102

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 32