Landschap 19-toen en nu Slufters in de Oosterschelde-monding De Nieuwe slufter op Neeltje Jans. Foto: John Beijersbergen. sfi»S3g :WWêiiÉÈSiM- m 1 Op de brede stranden van Walcheren en Noord-Beveland in de monding van de Oosterschel- de zijn vroeger duinen gevormd met daarin openingen. Door die gaten in de zeereep kwam van tijd tot tijd zeewater binnen en ontstond een „slufter". Nu in 1992 wordt zo'n slufter door mensenhand gemaakt op de Neeltje Jans. We zullen zien dat zo'n slufter hier niet zo uitzon derlijk is als sommigen menen. Ook een paar historische gaten in de duinen van Schouwen komen ter sprake. Breezand Allereerst Breezand op Walcheren waar tussen 1650 en 1850 duinen ontstonden omdat veei zand beschikbaar kwam. Bij paal 6 heet een inbochting van de zeereep nog steeds Eerste Kreekgat en bij paal 8 het Tweede Kreekgat. Daar lagen dus gaten in de duinen, prachtig te zien op de net uitgeko men Grote Historische Provincie Atlas van Zee land (1856)*. De situatie toen op Walcheren is goed te vergelijken met het huidige natuurreser vaat de Kwade Hoek op Goeree waar achter de duinen ook soms de zee komt, wat klei achterlaat en een schor ontstond waar schapen of koeien wei den. Kamperlandse duintjes Tegen de Onrustpolder (1846) op Noord- Beveland kwam door geulverlegging tussen 1855 en 1875 de zandbank Schotsmanplaat tegen de kust en vormde een vlak voorland van wel 1 Zi km. Ook hier ging het zand stuiven en bleef liggen ach ter de vloedlijn waar zich de zg. Goggenrichels vormden (goggen zijn Zilvermeeuwen). Zo vorm de zich een lage duinenrij. In het kader van een natuurontwikkelingsprojekt worden momenteel deze slufters opnieuw zichtbaar door verwij dering van de begroeiing en afplagging tot het schone zand. Overal zijn schelpenbankjes zichtbaar (redactie).

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 3