De komst van de Deltawerken vormde wellicht het grootste keerpunt voor landschap en avifauna van Goeree- Overflakkee tijdens de afgelopen anderhalve eeuw. Hier de Haringvlietsluizen. Foto: G. L. Ouweneel sant en Stellendam de Woutrinapolder ontbreekt; deze moest kennelijk nog worden ingepolderd. Langs het Haringvliet lagen de zaken anders, met name tussen Stad en Stellendam. Westelijk van Stad vormde de Oostplaatse Dijk de buiten dijk. Op de plaats waar we nu de Van Pallandtpol- der vinden lag een uitgestrekt grasgors, met naar buiten ruime aanwassen, op kaart een droomge bied voor vogels. Meer naar binnen, tegen de oost kant van Middelharnis, lag een aantrekkelijk ogend water. De Meneerse Plaat (deze naam is op kaart 93 overigens niet te vinden)* en de Westplaat vorm den samen een zeer uitgestrekt en diep, deels bui tendijks graslandcomplex, dat zich verder over het Dirkslandse Sas tot bij Stellendam uitstrekte. De Halspolder was de buitenste polder. Eerst later zouden de Bospolder, Kroningspolder en Zuid- dieppolder ontstaan. Kaart 78 laat zien hoe hier door de Scheelhoek als een grote opwas, ver uit de kust, in de monding van het Haringvliet lag. Westelijk van Stellendam is de situatie onherken baar. Zoals ons bekend deed hier de komst van de Haringvlietdam de toestand dramatisch verande ren. Van Havenhoofd is geen spoor te vinden en kaart 77 laat ook niets zien van de Kwade Hoek, ook de naam niet. Maar al bij al moet de Haring- vlietkust van Goeree-Overflakkee in alle seizoenen voor vogels prima geweest zijn. En dat geldt ook ongetwijfeld voor de West Nieuwland Polder en de Westduinen met de Preekhil als apart poldertje - klein maar fijn, tot kort geleden het noodlot in de vorm van een wit monstrum kon toeslaan.... Vogels Hoe graag zouden we op het Goeree- Overflakkee van 150 jaar terug een dagje op excur sie gaan. Wat voor vogels zouden er te zien zijn? In ieder geval waren er 's winters ganzen. Op de Kramaslikken - ongetwijfeld de Krammersche Slikken - wisten eind vorige eeuw twee Britten met één schot uit een kanongeweer 40 Brandganzen te bemachtigen. Misschien verschilde de avifauna verder ook niet zo veel van de huidige. De kaarten laten zien dat Goeree-Overflakkee anderhalve eeuw terug ook veelal uit akkerland bestond. Wel met, naar wij aannemen, meer soorten gewassen en vogelvriendelijker teeltwijze, zodat Patrijs en Veldleeuwerik talrijker waren. Waarschijnlijk was het landschap boomlozer en mogelijk waren ook de duinen kaler en zeker vochtiger. De oude kreek relicten als Oude Dee en Breede Gooi, prima bio topen, lagen er al; het Paarde Gat tegen Herkin- gen aan is verdwenen. Maar al bij al, zou het best eens kunnen dat de laatste 40 jaar de avifauna van Goeree-Overflakkee meer veranderde dan in de eeuw daarvoor. Natuurlijk kunnen we speculeren over het broeden van Grielen in de duinen en Ooi- Grote sterns, Visdiefjes en een Dwergstern op het strand van de Kwade Hoek. De naam „Kwade Hoek" is op de oude topografische kaarten niet te vinden. Foto: G. L. Ouweneel. 78 Deze naam staat met potlood op het zuidelijk deel van de Slijkplaat geschreven (red.).

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1992 | | pagina 8