Zagervangst door vogels in de Grevelingen
Kees de Kraker
Zagers Nereis virens vormen enkele weken per jaar een aantrekkelijke voedselbron voor
sommige vogelsoorten in de Grevelingen. In dit artikel wordt nader ingegaan op het kortston
dige verschijnsel van de zagervangst in dit gebied.
Kokmeeuwen op de Hompelvoet
Het is 10 april, een uur of acht in de avond. De
Kokmeeuwen van de kolonie op de Hompelvoet
hebben nog geen eieren en slapen nog op het water
omdat het daar veiliger is. Overdag houden ze ech
ter een territorium bezet om een goed plekje te
hebben voor hun toekomstig broedsel. Maar al
een poosje voordat de kolonie massaal ontruimd
wordt ontstaat er een stroom van vogels naar de
oever. Hier beginnen ze binnen de oeververdedi
ging - een stortstenendammetje op zo'n 50 meter
uit de oever - rond te speuren. Overal plonzen
haastige vogels in het water, zwemmen er in rond
of zitten elkaar achterna, kennelijk valt er wat te
bikken. De aantallen vogels die zich daarmee be
zig houden lopen steeds hoger op, totdat na de
ontruiming van de kolonie duizenden Kokmeeu
wen in de avondschemering heen en weer patrouil
leren. Het lijkt wel een beetje op een drukke win
kelstraat.
Waar zijn al die vogels zo druk mee bezig? Wan
neer we eens een kijkje aan de waterkant gaan ne
men dan wordt het al vlug duidelijk. In het heldere
water zwemmen lange kronkelige dieren rond die
herkend worden als Zagers.
Zagers
Zagers behoren tot de orde van de vrij levende
borstelwormen. We moeten hierbij niet aan een
soort regenwormen denken maar meer aan dui
zendpoten, het zijn dan ook zeeduizendpoten.
Vroeger werd het dier ook wel "Grote groene zee-
duizendpoot"genoemd. Groot kunnen ze zeker
worden, 40 a 50 cm. lang is geen uitzondering. Ze
leven vaak groepsgewijs bijeen, in een schelprijke
bodem die veel organisch materiaal bevat. Hierin
graven ze U-vormige gangen die met huidslijm
worden bekleed en wekenlang bewoond blijven.
In de wereld van de sportvisserij zijn Zagers
geen onbekende diersoort, want het is een geliefd
aas om mee te vissen. Omdat mosselpercelen een
erg geschikt milieu vormen voor Zagers, kwam het
voor (of wellicht nog wel) dat sommige pierenspit-
ters in de Oosterschelde de fout ingingen door op
zo'n perceel te gaan spitten. Dit even terzijde.
Over wat de Zagers zelf eten zijn de meningen
verdeeld. Kuckuck (1) noemt alleen groenwieren,
terwijl Wolff (2) het roofdieren noemt die naast al
lerlei bodemdieren ook resten van dode krabben
en vissen eten. Wellicht eten ze beide: zowel wieren
als dieren.
Jaarlijkse zaadlozing
Door vissen worden Zagers dus graag gegeten.
Vogels krijgen daar in het algemeen de gelegen
heid niet toe. Zowel bij hoog als bij laag water zijn
ze voor hen onbereikbaar, daarbij komt nog dat
het echte nachtdieren zijn die zich overdag maar
zelden laten zien. Toch is er eenmaal per jaar ook
voor vogels een mogelijkheid om zich aan grote
aantallen Zagers tegoed te doen.
In april komen de mannetjes naar boven en lo
zen dan, urenlang dicht aan de oppervlakte zwem
mend, hun zaad. Je ziet ze een heel spoor achterla
ten. Het zijn deze rondzwemmende dieren die
door de meeuwen worden opgemerkt. Bij glad wa
ter zie je ze vaak een V-spoor trekken omdat ze
met de kop vlak aan de oppervlakte komen. De ei
tjes die door de vrouwtjes in de gangen zijn afge
zet worden door al dat los in het water zwevende
zaad bevrucht. De mannetjes gaan in dezelfde
nacht nog dood of "worden door de vissen opge-
vreten"(aldus P. Kuckuck), waaraan we nu ook:
"en de vogels", zouden kunnen toevoegen. Van de
dode dieren, die niet zijn opgegeten, is de volgen
de dag niet veel meer over dan een slijmig velletje.
De bodem kan ermee bezaaid zijn: in de haven van
Ouddorp telde ik er dit voorjaar wel zo'n 5 a 10
per m2.
Wolff vermeldt dat dit gebeuren in de Ooster
schelde tijdens springtij (nieuwe maan) in april
plaats vindt, terwijl Kuckuck het over midden
april heeft. In de Grevelingen ligt de zaak niet zo
duidelijk. Het begin (dikwijls ook het hoogte
punt) van de zagervangst valt veelal in de tweede
week van april en duurt dan meestal enkele dagen
tot een week. Vaak valt er 1 a 2 weken daarna nog
42