'Het bootje van Maas'. Foto: J. v. d. Berge. Jaren later herontdekten professionele vogeltel lers dat ook en deden op die manier hun werk voor zover hun verrekijkersoog reikte. Vogels die zich daarbuiten ophielden telden niet mee. Het as falt werkte nog méér in het nadeel van de eindre sultaten aangezien de vogels die zich ophielden in de buurt van een ,niet met een auto te bereiken, grasbuitendijk helemaal niet werden geteld. Een vogelaarsarm gebied. In 1972 vestigde ik mij in de polder tussen Acht huizen en Oude Tonge en verbleef tien jaar lang aan, op en in de buurt van de Krammer. Ik had al snel in de gaten dat het een heel bijzonder gebied was en het werd mijn favoriete vogelgebied. In tijdschriften betreffende de natuur en vogels in het bijzonder trof ik nooit iets aan over "mijn" ge bied en na enkele jaren besloot ik dan maar om zelf over de vogels van de Krammer te schrijven. De eerste publicatie verscheen in "De Lepelaar" en was getiteld "De Krammer" en kreeg, naar la ter bleek, de zeer terechte ondertitel "Een Verge ten Hoek". Vogels kijken is zo langzamerhand uit gegroeid tot een volkssport en het klinkt nu bijna ongeloofwaardig dat het in de jaren zeventig mo gelijk was om in een bepaald gebied een hele dag vogels te kijken zonder collega-vogelaars te ont moeten. De enkele ontmoetingen in al die jaren zijn me dan ook bijgebleven. Onvergetelijk is bij voorbeeld de ontmoeting met die vrijwillige Staatsbosbeheer-vogelteller die op een zondag middag wild met z'n armen in de lucht gebarend op ons veel van mijn excursies in het gebied maakte ik met mijn vogelmaatje Johan Dunk) af kwam en vertelde dat "we toch vooral niet die H.V.P. moesten opgaan." Dat waren we geenszins van plan en we hadden de kerel zelf al eerder ge zien dan hij ons en ons op onze beurt ook al afge vraagd wat hij daar te zoeken had. "Ik ben hier teller voor Staatsbosbeheer" vernamen we zonder dat we er naar vroegen. Wij keken ook wel eens naar vogels en toen hij dat in de gaten had gekre gen informeerde hij naar het aantal Wulpen dat zich daar op die H.V.P. bevond. We bezorgden hem een aantal dat enkele malen hoger lag dan we zelf op die plaats ooit hadden geteld. De teller was zeer tevreden en noteerde gretig de nieuwe gege vens. Een zeer onplezierige ontmoeting vond plaats bij de Visdieven/meeuwenkolonie bij het Helle gatsplein. Die kolonie was toen de trots van Rijks waterstaat. Vanuit de auto zagen we hoe een vader met kind eieren raapten en deze in een conserven- blikje verzamelden. Eenmaal buiten de kolonie aangekomen leek het vader toch verstandiger om de zooi maar weg te gooien. Dit educatieve hoog standje werd geleverd in 1975 en het was voor mij 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1993 | | pagina 10