Fjorden op de Hellegatsplaten. 17 september 1991. FotoMat Jongenelen. langrijkste watervogelterreinen van het Deltage bied en geheel Nederland (Osieck 1982, Ouweneel 1972, 1975). De laatste milieuschok had plaats in april 1987, toen door de sluiting van de Philipsdam het Krammer-Volkerak werd onttrokken aan het zilte getijdenmilieu. Binnen vijfentwintig jaar was deze brede, levende getijdenstroom vervallen tot een ge- compartimenteerde stagnante plas, die Rijkswa terstaat via een speciaal inlaat- en spuiprogramma binnen een paar maanden kon laten verzoeten. Voor de zuidelijke Ventjagersplaat, waarover in 1971 al een hoogspanningsleiding was gecon strueerd, begon een nieuwe toekomst, waarop het verleden vooralsnog wel het stempel drukte. Net als bij de nieuwe naam 'Hellegatsplaten'. Ontzilting Passanten op de Volkerakdam zullen anno 1993 met plezier over de Hellegatsplaten uitkijken. Of het nu het haastige komen en gaan van de Randstadautomobilisten is of de vogelaars, die op de parallelweg er eens rustig voor gaan zitten om te kijken wat voor leuke soorten in de kijker willen komen. Met een fraaier panorama kan de delta haar bezoekers nauwelijks verwelkomen. De op pervlakkige passant ziet een grootschalig kreek rijk gebied met hier en daar lage boomgroei, veel vogels en, als hij geluk heeft, her en der wat paar den. Op de achtergrond water en verre dijken. 'Dit is Zeeland' zal hij denken. Bij meer aandacht valt de variatie in de begroei ing op. Het oostelijk deel bezit een overwegend zandige bodem. Naar het westen toe wordt de bo dem slikrijker met meer reliëf. De strook langs de dijk van Overflakkee bezit de zwaarste grond. Al een paar zomers raakt het deel gelegen tussen de meest westelijke geul en de dijk van Overflakkee zodanig dicht begroeid met Riet en Wilgenroosje, dat de ingeschaarde paarden grote stukken van dit terreindeel links laten liggen, 's Winters, wanneer de meeste vegetatie weer plat valt, komen ze er weer wel. De bodem van grote delen van de Helle gatsplaten bezit een slechte doorlatendheid waar door de ontzilting langzaam plaatsheeft. Op de hogere terreindelen verloopt dat veel sneller en hebben de in zomer 1987 ontkiemde wilgen zich inmiddels fors weten te ontplooien. Bij veel neer slag zien we op de lage delen al gauw piasvorming optreden. Al met al, gaan de Hellegatsplaten de toeschouwer langzamerhand het tafereel bieden van een parkachtig landschap, hetgeen de plan nenmakers trouwens ook in petto hebben voor het gebied (Rijkswaterstaat 1989). Hoewel de verde ling 'bos en opgaand struweel' voor het oostelijk en 'grazige begroeiing en natte ruigten' voor het westelijk deel (hetgeen voor de toekomst op teke ning staat), vooralsnog in de praktijk anders uit pakt. In augustus 1993 zullen Heckrunderen wor den ingeschaard. Wellicht slagen die er in om in het westelijk deel de openheid te brengen die het volgens de plannen moet gaan krijgen. 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1993 | | pagina 22