Staatsbosbeheer de visie en vooral de middelen zal bezitten beslissend bij te sturen. Eén ding is zeker, de gekozen vorm van een half-open landschap is niet het kenmerkende type biotoop van de delta en haar vogels. Zulk een landchap is minder geschikt voor grote vluchten pleisterende ganzen en minder geschikt voor belangrijke contingenten weidevo gels die het momenteel op hun tot dusver traditio nele broedplaatsen in dit land niet langer kunnen bolwerken. Misschien wordt het via natuurontwik keling te creëren parklandschap wel geschikt voor al die klinkende namen waarmee de Beheersvisie schermt. Zeker geschikt zal het worden voor on rust brengende Eksters en Zwarte Kraaien, die trouwens nu al een va-et-vient onderhouden van uit de strook langs de noordzijde van de Volkerak- dam. Enfin, waarmee maar te zeggen dat indien om streeks 2030 op de Hellegatsplaten wel de toege zegde Zwarte Ooievaars, Visarenden en Kleine Zil- verrreigers broeden, maar geen Grutto's, Kieviten en sterns, er iets niet in de haak geweest is met vi sie en het gevoerde beleid. G. L. Ouweneel Lijster 17 3299 BT Maasdam Literatuur LEBRET, T. 1964. Waterwild en deltawerken III. De achteruit gang van de Grauwe Gans Anser anser op de Ventjagersplaten. De Levende Natuur 67: 271-278. LEBRET, T. 1964. Oecologische successie en waterwildconcen traties. Ardea 52: 48-92. Osieck, E. R. 1982. Belangrijke waterrijke vogelgebieden in Ne derland. Limosa 55: 43-55. OUWENEEL, G. L. 1972. De noordelijke Ventjagersplaten, een waterwildrefugium in het Haringvliet. De Levende Natuur 75: 49-57. OUWENEEL, G. L. 1975. De internationale betekenis van het waterwildreservaat De Ventjagersplaten. De Levende Natuur 78: 185-192. OUWENEEL, G. L. 1977. Natuurbeschermingsbeleid rond Haringvliet, Hollands Diep en Biesbos, een tragikomedie. Lepe laar 53: 30. OUWENEEL, G. L. 1988. De betekenis van de Ventjagersplaat als ruigebied van watervogels. Sterna 33: 8-11. OUWENEEL, G. L. 1990. Keuze inrichting Krammer-Volkerak bepalend voor toekomstige vogelbevolking. Sterna 35: 68-73. THYSSE, JAC. P. 1938. Onze groote rivieren. Zaandam. VERA, F. 198S. De Oostvaardersplassen. Haarlem. ZOMEREN, K. VAN. 1993. Waarom moeten we de natuur be houden? NRC-Handelsblad 29-5-1993. De hoogspanningsleiding over de Hellegatsplaten eist zeer veel vogelslachtoffers. Foto: G. L. Ouweneel. ZIJLSTRA, M. M. J. J. E. LOONEN, M. R. VAN EER DEN, W. DUBBELDAM. 1991. The Oostvaardersplassen as a key moulting site for Greylag Geese Anser anser in western Euro pe. Wildfowl 42: 45-52. BHEERSCOMMISSIE KRAMMER-VOLKERAK. 1989. Visie op het beheer van de drooggevallen gronden en ondiepwaterge- bieden in het Krammer-Volkerak, de Eendracht en het Zoom meer in het kader van de natuurbeschermingswet. Rijkswater staat Directie Flevoland. 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1993 | | pagina 25