Slikken van de Heen en Plaat van de Vliet
Aanleg van eilandjes bij de Plaat van de Vliet. Foto: Kees de Kraker.
Gert-Jan Buth
De Slikken van de Heen wordt grotendeels gevormd door voormalige schorren, doorsneden
door brede, watervoerende kreken. Na de afsluiting van de Philipsdam in april 1987 begon
dit gebied aan een nieuwe ontwikkeling: van schor naar bos. Op de voormalige slikgedeelten
voor het schor, en op de Plaat van de Vliet was voor 1987 geen begroeiing van hogere planten
aanwezig. De bodem van de zandige Plaat van de Vliet is voedselarm en plaatselijk nat tot
drassig. Hier ontwikkelen zich thans soortenrijke duin-graslandvegetaties met bijzondere
soorten als Bitterling, Parnassia en Kleverige ogentroost. Hoe de gebieden verder ontwikkelen
wordt in grote mate door het te voeren beheer bepaald.
De Plaat van de Vliet en het westelijk deel van
de Slikken van de Heen zijn goed te overzien vanaf
de Philipsdam; vanaf de uitkijktoren bij de sluizen
tot de damaanzet bij St. Philipsland. Samen met
de ondiep-waterzone tussen en langs de gebieden
gaat het om zo'n 600 ha, die door Het Zeeuwse
Landschap beheerd worden. Ten oosten van het
Schelde-Rijnkanaal ligt het oostelijk deel van de
Slikken van de Heen, wat door Natuurmonumen
ten beheerd wordt.
Ondiep-waterzone
De ondiep-waterzone langs de Philipsdam valt
erg op door de grote aantallen vogels die hier aan
wezig zijn. In het zoete water zijn binnen enkele
jaren na de afsluiting uitgestrekte velden met fon
teinkruiden en Snavelruppia tot ontwikkeling
gekomen. Vogels als Wilde eend, Meerkoet, Win
tertaling, Pijlstaart en Knobbelzwaan worden
hierdoor aangetrokken.
80
Onlangs zijn er in de ondiep-waterzone om
vangrijke oeververdedigingswerken uitgevoerd. Op
een afstand van tientallen tot honderden meters
van de oever is een dam van stortsteen aange-