stanties voor de inrichting en het beheer na de af
sluiting (Anonymus, 1987). Hierin zijn de vol
gende functies vastgesteld:
- de hoofdfunctie scheepvaart binnen het betonde
watergedeelte,
- de hoofdfunctie natuur voor de droogvallende
gronden en de ondiep water gebieden,
- de functie watervoorziening voor de landbouw,
- de functies beroepsvisserij, recreatie en afwate
ring.
Dat het verdwijnen van het getij en de aanvoer
van verontreinigd en nutriëntenrijk zoet water in
grijpende gevolgen zouden hebben voor het biolo
gisch systeem werd vooraf onderkend. Nog voor
dat de sluiting een feit was, lag er een
beleidsanalyse voor het meer (Anonymus, 1986).
De belangrijkste uitgangspunten hierin waren:
- het versneld ontzilten tot een voor de landbouw
acceptabel niveau,
- het houden van het waterpeil op NAP (met toe
gestane fluctuaties tussen +0.05m en -0.25m
NAP),
- het aanhouden van een bovengrens voor de
maximale doorspoeling vanuit het Hollands
Diep: 22.5 m'/s.
Als bedreigingen voor het nieuwe zoetwater
systeem werden gezien:
- de continue verontreiniging met zware metalen
en organische microverontreinigingen,
- de overmatige aanvoer van nutriënten, met name
fosfaat,
- de afslag en klifvorming van de oevers als gevolg
van het handhaven van een vast waterpeil.
Met een combinatie van maatregelen, vastge
legd in het Beheersplan Water, werden de proble
men aangepakt (Anonymus, 1988). Dit pakket
maatregelen omvat sanering, isolatie en systeem
beheer.
Sanering
De aanvoer van zoet water is voor ongeveer de
helft afkomstig van de Brabantse rivieren Mark en
Dintel, die in België ontspringen. De rest is af
komstig uit het Hollands Diep en van afwaterende
polders. De hoeveelheid ingelaten zoet water is af
hankelijk van het vastgestelde minimum waterpeil
en/of het maximum zoutgehalte van het Volke
rak/Zoommeer.
In 1990 hebben de Vlaamse Milieumaatschap
pij, het Hoogheemraadschap West-Brabant en
Rijkswaterstaat een overeenkomst gesloten ter be
scherming van de waterkwaliteit van het Volke
rak/Zoommeer (Anonymus, 1993). In dit accoord
hebben de partijen toegezegd een aantal maatrege-
Figuur 1. Het Volkerak/Zoommeer.
len te zullen treffen ter bestrijding van de (dreigen
de) eutrofiëring. Deze omvatten defosfatering van
de rioolwaterzuiveringsinstallaties en een studie
naar baggeren van fosfaatrijke bodems in de
Mark. Dankzij de saneringsinspanningen in West-
Brabant en Vlaanderen is de kwaliteit van het
Markwater en daarmee de belasting van het Volke
rak/Zoommeer voor wat betreft fosfaat sterk ver
beterd. Echter, de opeenvolgende reeks van vier
droge jaren heeft geleid tot minder uit- en afspoe
ling van mest en meer bezinking van fosfaat naar
de waterbodem. Het gevaar voor verdergaande eu
trofiëring is daarom nog steeds aanwezig. De sane
ring van de bijdrage van fosfaat vanuit de land
bouw blijft daarom een van de sleutelfactoren
voor het instandhouden van een helder Volke
rak/Zoommeer.
Isolatie
Omdat het aangevoerde water niet voldoet aan
de grenswaarden is het beleid tot nu toe geweest
om zo weinig mogelijk in te laten. Zout komt het
meer in via de schutsluizen, door zoute kwel en
95
StrkMn
Si'fcket^ j
van da i
-
è$rr.an
SvIfOSv'
v,.-i - - -
Spjikanaafl
W r-aida