De vogels om ons huis (2) De Torenvalk Het nestelen van Torenvalken in natuurlijke hotten in bomen komt in Nederland niet veel voor. De heer Glazenburg volgde maandenlang een bijzonder broedgeval in z'n achtertuin. (Redactie). J. Glazenburg Inleiding Dit voorjaar waren de nestkasten weer bezet door Kool- en Pimpelmezen. Meerdere Spreeu wenparen nestelden in een holle Abeel en dat de Winterkoningen en Merels er ook waren lieten ze luidkeels weten. Maar de aandacht ging vooral naar een andere Abeel dan die van de Spreeuwen. Deze heeft zijn kruin grotendeels verloren en het bovenste deel van de stam zit vol holen. Hierin is sinds enkele jaren een kolonie Kauwen gevestigd, terwijl een deel van de holten ook hier door Spreeuwen is bezet. De valken arriveren Op vrijdag 4 april hoorde ik voor 't eerst het ge luid van een Torenvalk in de tuin en omdat de bo men nog kaal waren, had ik hem al gauw ontdekt: in de Abeel. De volgende dag waren er twee Toren valken en een ervan ging in het onderste gat in de stam van de Abeel, onder de Kauwen. Dit gat is zo groot, dat een valk er net rechtop in kan staan. Even nadat de valken weggevlogen waren, zag ik een Kauw datzelfde gat ingaan en daarna was er een die met een tak in de snavel dwars voor het gat naar binnen wilde. Hij manoeuvreerde zo, dat hij toch met tak en al naar binnen kwam. 't Werd spannend! Zouden de valken daar gaan nestelen? Een dag later zag ik in de Abeel een valk en een Kauw op een meter afstand van elkaar op dezelfde tak. De Kauw trachtte kennelijk duidelijk te ma ken over welk geducht wapen hij beschikt: hij pik te heel driftig in het hout. De valk reageerde niet. Paarvorming In de volgende weken zag ik verschillende keren hoe de vrouwtjesvalk - op een tak zittende - van het mannetje een muis kreeg aangeboden. Met een muis afwisselend in een klauw of in de snavel zat hij een keer drie kwartier op haar te wachten. Toen was hij 't zat, vloog naar de dichtsbijzijnde duin top en verorberde zelf de buit. Met menselijke ro- mantisch-sentimentele maatstaven beoordeeld wordt dit aanbieden van prooien vaak hofmakerij genoemd. Er zouden wel eens functies in het ge ding kunnen zijn met een puur utilitair karakter: hij overtuigt haar ervan dat de lokatie wat de voedselvoorziening betreft in orde is. Bovendien hoeft ze zich niet te veel in te spannen en wordt in optimale conditie gebracht om straks te gaan broeden en de jongen groot te brengen. Het onderscheid tussen mannetje en vrouwtje lijkt op de plaatjes in de vogelboeken onmisken baar, maar in het veld waren deze typische ken merken vaak slecht waarneembaar. Dat was vooral zo in de eerste maanden van de waarnemingen: het grijs van de mannetjeskop was meestal niet te on derscheiden en hij bedekte zittend zijn staart zo danig met zijn vleugels, dat het typisch mannelijke patroon niet zichtbaar was. De copulatie Op 29-4 zag ik voor 't eerst een copulatie, wat met een kenmerkend geschreeuw gepaard ging: krie, krie, krie, krie! In de toen volgende dagen werd veelvuldig gepaard - tot twee keer in een half uur. 't Was steeds hoorbaar, soms ook te zien. De visuele waarnemingen werden in de loop van mei meer en meer bemoeilijkt door het ontluikende ge bladerte. Op 3-5 en 4-5 waren er drie valken te zien, onderscheiden van het geslacht was niet mo gelijk. Het deed mij denken aan een recent onder zoek bij Koolmezen, waarbij genetisch werd vast gesteld, dat de eieren in één nest het resultaat waren van de paring met verschillende mannetjes. Behalve de Koolmees zullen er meer vogels zijn met promiscue gedrag. Na 10-5 heb ik geen copu latie meer waargenomen. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 13