Samenleving valken en Kauwen Aanvankelijk verwachtte ik dat de Kauwen niet zouden accepteren, dat de valken zo nabij zouden nestelen. Ze gingen vaak hevig tekeer en achter volgden wegvliegende valken, maar ogenschijnlijk kwamen die nooit in moeilijkheden. Ze lieten zich niet uit het veld slaan! Ik zag hoe een valk boven op een Kauw dreigde te landen en die liet het er niet op aan komen: wegwezen, 't Zou kunnen zijn dat wederzijds de aanwezigheid van de ander ge waardeerd wordt als verhoging van de veiligheid. Allerlei soorten vogels verstaan eikaars alarm. Situering van het nest De holte waarin de valken nestelden bevindt zich 10 m boven de grond en de afstand tot mijn waarnemingspost - stoeltje op het platte dak van mijn garage - is 12 m. De betreffende Abeel staat aan het schelpenpad dat de zuidgrens vormt van het Zeepe. Ernaast staat een forse Eik, de grootste uit de omgeving; al met al staan in deze buurt vrij hoge bomen. Het gebeurde een paar keer dat ik een valk, die de holte was binnenge gaan, er niet meer uit zag komen, of dat er eentje uitkwam die ik er niet in had zien gaan. Er bleek aan de andere kant van de stam nog een tweede toegang te zijn. De broedperiode Vermoedelijk is het broeden in de tweede week van mei begonnen. De broedduur is 27-31 dagen en alleen het vrouwtje broedt. Ze verlaat het nest maar af en toe voor korte tijd. Mijn indruk was dat het mannetje zich liet horen als hij haar een prooi wilde presenteren en dat zij naar buiten kwam om de buit in ontvangst te nemen, 't Leek er ook op dat ze op 't heetst van een zonnige dag wel eens even uitvloog om verkoeling te zoeken. Op 7-5 zag ik het mannetje met een muis in de snavel het nestgat ingaan om er na een korte tijd weer uit te komen en plaats te nemen op een tak. Het vrouwtje kwam naast hem zitten en kreeg de muis aangeboden. Van 8-5 tot 25-5 was er soms een paar dagen achtereen niets te zien, op andere dagen was het onmiskenbare geschreeuw te horen, zonder dat de vogels te ontdekken waren en het gebeurde een paar keer dat er een valk vlakbij het nest zat. Ook zag ik er wel eens een het nestgat ingaan zonder het geslacht te kunnen vaststellen. Het veelvuldig te horen alarm van Spreeuwen en Merels duidde ook op de aanwezigheid van een valk. Op 23-5 zag ik het valkenpaartje gedurende en kele minuten naast elkaar op een tak. Na een paar minuten verdween een van beiden in het nestgat. Op 25-5 zag ik een driftig bewegende vogel in de nestopening. Mijn eerste reactie was schrik: is een Kauw bezig de eieren te verorberen? Mijn onge rustheid verminderde wat, toen ik een valkenkop dacht te onderscheiden. Maar er bleef twijfel tot ik de volgende dagen de valken zag en ook hun ge schreeuw hoorde. Op 5-6 had ik 's morgens het vrouwtje zien uit vliegen en na een poosje weer terug zien komen, 's Middags zat ze ongeveer vijf minuten voor de nestopening en liet zich toen met gespreide vleu gels omlaag zakken en volhardde een poosje in de ze houding voordat ze in het gat uit het zicht ver dween. De jongen in het nest Als het broeden in de tweede week van mei be gon moeten de eieren in de tweede week van juni uitgekomen zijn. Het is uit de waarnemingen niet duidelijk geworden wanneer dit precies heeft plaats gevonden. Op 20-6 was voor 't eerst uit de bewegingen af te leiden dat ze, in de nestopening staande, bezig waren een prooi in stukken te scheuren en de jongen te voeren. De volgende da gen was regelmatig te zien dat de ouders met buit aan kwamen vliegen en in de nestopening verdwe nen. Er was geen gelegenheid de prooi te herken nen. Een aantal dagen zag het er naar uit dat het vrouwtje het nestgat benutte aan de voor mij zichtbare kant van de boom en haar jachtgebied vond in de polder, terwijl het mannetje aan de an dere kant van de boom naar het nest ging en in de duinen jaagde. Op 29-6 zag ik voor 't eerst de jongen; al gauw begreep ik dat het er vier waren. Meestal waren er die eerste dagen een of twee kopjes in de nestope ning te zien. Af en toe scheten ze met zo'n kracht naar buiten dat er een gelige klodder uit het nest gat spoot. Op de rand van het gat vormde zich een gelige laag. 't Lijkt erop dat ze zindelijk geboren worden! Ze speurden heel nieuwsgierig rond als ze beel den of geluiden waarnamen, bijvoorbeeld van de Kauwen. Toen op 30-6 op het heetst van de dag de zon een poosje op het nestgat scheen, waren er drie jongen te zien met de snaveltjes open, alsof ze via tong en mondholte verkoeling zochten. Ze za gen er prachtig uit in hun grijs bruine dons. Vanaf begin juli gaven de ouders de buit niet meer af terwijl ze het nestgat binnengingen, maar deponeerden ze de prooi in het nest, terwijl ze zelf 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 14