Vinkenbaanverslag over 1993
Waterpieper, een zeldzame vangst op de vinkenbaan. Foto: Henk Harmsen.
L. van Ree
In het 34e vangseizoen behaalden we een score van bijna 3400 vogels. Om precies te zijn:
3339; meer vangsten dan ooit tevoren. Toch zijn er weer aardig wat verschuivingen in de soor
ten en aantallen. De Vink is voor het derde achtereenvolgende jaar van de eerste plaats verdre
ven. De Roodborst staat nu no. 1 met 595 vangsten, gevolgd door de Graspieper met 529 vang
sten. Pas op de derde plaats volgen de Vinken met 214 vogels. De lijsterachtigen, vooral de
Koperwieken vielen wat terug, vermoedelijk door de vele dagen met oosten-, noordoosten- en
noordenwind. Veel trekkers gingen waarschijnlijk hoog over ons heen met de wind in de rug.
Verloop vangseizoen
Er trad slechts één kleine invasie op, in dit geval
van Zwarte Mezen omstreeks half september. De
topdag was 11 september met een dagvangst van
44 Zwarte Mezen. Daarna liep de invasie snel
dood.
Van de dwaalgasten vingen we weer een Siberi
sche Tjiftjaf op 29 oktober. Verleden jaar hadden
we er twee, die we toen Phylloscopus collybita
abiëtinus noemden. Na een balgenstudie in Am
sterdam blijkt dat onjuist. De twee exemplaren
van vorig jaar en het ene exemplaar van dit jaar
blijken van verder te komen, ruwweg ten oosten
van de Siberische rivier de Lena. De juiste naam
is Phylloscopus collybita fulvescens. In opdracht
van het Vogeltrekstation noemen we ze Siberische
Tjiftjaf.
Een tweede rariteit betrof de vangst van een
Sperwergrasmus. Deze zomervogel hadden we
éénmaal eerder (in 1989) op 30 augustus gevangen.
Dit exemplaar vingen we op 7 november met te
rugvangsten op 8, 9 en 11 novmber. De vogel was
niet in beste conditie. Vermoedelijk was het dier
met te geringe trekdrift, die de winter hier wel niet
zal overleven. Het normale overwinteringsgebied
is Afrika.
Een nieuwe soort voor de baan betrof een dood
gewone Gierzwaluw, die tussen de begroeiing ge
raakte en niet meer weg kon komen.
Door de toevallige vangst van een Oeverpieper,
die we op voer gebracht hebben, konden we 2 Oe-
18