Ecologische Atlas van de Nederlan Roofvo Boekbespreking ROB G. BIJLSMA met medewerking van Anne-Marie Blomert Willem van Manen Maria Quist Deel omslag met Havik en Grauwe Kiekendief (vliegend). Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels Als je dit boek ter hand neemt zoek je tevergeefs naar de naam van de buitenlandse auteur. Dat is verrassing nummer één, zo'n prachtig boek over roofvogels in Ne derland, geschreven door een Nederlander! En niet zó maar een roofvogelboek. Het begint gelijk al met een voorwoord van Koos van Zomeren. Slechts een half A-viertje tekst dat letterlijk de toon zet voor een boek waarin wetenschap hand in hand gaat met toewijding. Voor roofvogels dus. De auteur behandelt in logische volgorde landschap, weer, onderzoeksmethoden en voedselaanbod. Allemaal factoren die het voorkomen van (roof)-vogels bepalen. Met name de hoofdstukken "methoden" en "voedsel aanbod" vallen op door volledigheid. Bijlsma moet over een adembenemende energie en veldkennis beschikken. Het leeuwedeel van het boek wordt in beslag genomen door de ecologische gegevens van twaalf in Nederland broedende roofvogels. Ook hier weer een verrassende kompleetheid. Dit deel is werkelijk letterlijk een bron van inspiratie voor iedereen in Nederland die zich met vogelonderzoek bezighoudt. Zeer terecht is een hoofdstuk over vervolging opgeno men. Plaatselijk blijken hierdoor zelfs dichtheden gere duceerd. Het laatste hoofdstuk gaat over een vergelijking tus sen de soorten. Auteur presenteert op leesbare wijze on derwerpen als gezamenlijk ruimtegebruik, invloed pre- datie op broedvogelpopulaties, uiterlijk verschil tussen o* o* en 99, seizoentrends, legselgrootte en reproduk- tie. De ecologische atlas is zeer rijk geïllustreerd met over wegend haarscherpe foto's (169 kleur, 5 zw/w) en talloze figuren, tekeningen, grafieken en kaarten. Deze zijn be slist géén "vulling" zoals je dat maar al te vaak ziet. Al les heeft een sterke relatie met tekst en onderwerp. De leesbaarheid wordt vergroot en het oog heeft ook wat. Het boek is echter niet perfect. De inhoudsopgave heeft een lay-out die niet prettig is. Het ziet er uit als één grote brei van cijfers en woorden; het doornummeren van de hoofdstukken per vogelsoort draagt hier stellig aan bij. Waarom geen vetgedrukte cijfers die b.v. hiërar chie aangeven? Ook de inleiding is één homogene pagina letters. On voldoende wordt aangegeven dat het boek met name ge baseerd is op materiaal van de WRON: Werkgroep Roof vogels Noord- en Oost Nederland. Dit zou ook het veelvuldig gebruik van (verspreidings)kaarten van louter Drenthe verklaren. En als laatste: voor de gegevens van Zeeland lijkt au teur weinig deskundigen geconsulteerd te hebben. Voor Schouwen-Duiveland had op zijn minst Rinus van 't Hof moeten zijn benaderd. Hij had zeker meer actuele gege vens toegevoegd. Doch deze paar schoonheidsfouten nemen het "goede gevoel" niet weg over dit boek. Op pagina 12 staat een kop welke ik gaarne citeer: "Onderzoeken, genieten of beide"? Neem het boek ter hand en je krijgt beide! Bijlsma, Rob G. 1993. Ecologische Atlas van de Neder landse Roofvogels. Schuyt Co, Haarlem ISBN 90 6097 348 8, 350 pagina's, form. 21,5 x 30,5 cm. Prijs f 98,50 (Bij Natuurmonumen ten f 85,- 6,- verzendkosten). Ted Sluijter 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 25