Landschap 19-toen ten te hebben gezien. "Wat riep Hidde met een voor hem ongewone heftigheid. "Daar, in die kreek". En na even te hebben gekeken en een eind je te zijn teruggelopen: "Je moet hier komen staan. Dan kijk je net voorbij die bocht. Kijk, nu komt er één het rechte stuk in lopen". Luuk en ik vonden het ineens erg warm op de Philipsdam. "Zullen we maar naar huis toe gaan, Gerard stelde Luuk voor. Enfin, we hielden er toch geen steltklutentrau- ma van over. Trouwens, ik heb ook geen frustraties van Kleine Bonte Spechten. Maar wat doe je als je altijd al graag een Kleine Alk hebt willen zien en die wens gaat in vervulling Zijn wetenschappelij ke naam is "Alle alle". Mijn vriend Nico opende die gedenkwaardige dag zijn dagboek met "Alle- alle-uja". De duinen noord en zuid van de vuurtoren op Schouwen in 1910 Inleiding Sinds kort zijn op het Rijksarchief in Zeeland (Middelburg) voor bestudering beschikbaar de "collecties De Bruijne" (inventaris 369). Deze ver zameling bestaat uit familie-papieren, plakboe ken, studieboeken en een groot aantal lantaarn plaatjes, glasnegatieven en foto's betreffende de natuurhistorie van Zeeland (ruim 15001). De schel penverzameling van De Bruijne ging naar de Uni versiteit van Amsterdam, zijn herbarium naar het Rijksherbarium in Leiden. Pieter de Bruijne (1884-1981) was directeur van de Provinciale Stoombootdienst op de Ooster- schelde (1911-1940) en o.a. ook Brits vice-consul in Vlissingen. Tussen 1905 en 1925 bestudeerde De Bruijne uitvoerig het duingebied Oranjezon bij Vrouwenpolder op Walcheren. Tussen 1958 en 1960 stelde hij hierover een "Verhandeling" sa men: getypt met foto's in twee banden. Vooral de duinvormen van het onbegroeide zand kregen daarbij veel aandacht en hij oriënteerde zich hier voor in de literatuur over de Duitse duinkusten. In zijn beschrijvingen komen we dan ook vaktermen tegen als Wanderdunen (loopduinen), Haldendü- ne (windkuilduin) en Kupsten (pollenrij). Het was voor mij een aangename verrassing in deze collec tie ook duinfoto's van Schouwen aan te treffen waar hij in 1910, 1914, 1915 en 1924 fotografeerde. Vooral de serie gemaakt op 15 en 16 mei 1910 (ruim 30 foto's) is in mijn ogen uniek te noemen. Uniek omdat de foto's zo vroeg al gemaakt zijn èn omdat De Bruijne zo goed rondgekeken heeft, het landschap in z'n vorming begreep en de kenmer ken echt wist vast te leggen. Hij dateerde de foto's, gaf de plaats en richting nauwkeurig aan op een topografisch kaartje 1 50.000 en schreef ook allerlei informatie op de kaarten. Elke foto werd namelijk op een karton nen kaart geplakt en verder werd elke foto nage trokken. De velletjes overtrekpapier werden ook opgeplakt. Van elke foto zijn zo twee kaarten aan wezig en te zamen zitten de kaarten in een houten lade. Lokatie: Vcrklikkerpad De eerste foto (121) van 16 mei 1910 is gemaakt op de overgang Verklikkerduinen naar de vroon- gronden in de omgeving van de vuurtoren. De fo tograaf staat op de plaats van het huidige Verklik kerpad en kijkt in zuidwestelijke richting. De duinen stoven in 1910 nog actief. Hierdoor ont stonden op veel plaatsen wintermeertjes. Tot half mei stond daar dus water in. De paaltjes in de stuifvallei zijn waarschijnlijk resten van rietscher- men die men dwars in de vallei plaatste om het zand te stuiten. De vroongronden waren een kale weide. Bij de "Westerlichttoren" zijn wat bomen en een boerderijtje met akkertjes. Bij een latere foto schreef De Bruijne dat de pachter het grasland geploegd had om er wat rog ge en lupine te verbouwen. "De rogge stond van de zomer (1924) aller armelijkst en het scheuren van de duinweide gaf aanleiding tot verstuivingen: dat zand stoof tot bij den vuurtoren waar men er veel last van had". Lokatie: Meeuweduinen De volgende foto (117) van 15 mei 1910 is ge maakt waar nu het pad door de Stuifduinen be gint, dus aan de noordkant van de Domaniale dui nen. Het verse witte stuifzand op de voorgrond "wordt van de zeeduinen die hier 1000 m van ver wijderd zijn aangevoerd". De duinen van Schouwen werden in die tijd af geschilderd als afschrikwekkend en lijkend op een 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 4