Natuur thuis J. van Merel Koning winter heerst. Van achter het dubbel glas, in de behaaglijke warmte van de achterka mer, kijken we naar de stijf bevroren tuin. Daar komt een merelman. Zomaar in z'n eentje. Die moet waarschijnlijk om boodschappen van en voor thuis. Hij stapt tenminste regelrecht naar zijn supermarkt onder de ligusterheg. Maar de winkel is vandaag, wegens de invallende vorst, gesloten. T. merula kan nu niet harken met zijn snavel. Jammer vriend, dat is geen eten vandaag. Maar daar neemt Turdus geen genoegen mee. Achter een bloempot, die daar ondersteboven bescherming biedt aan allerlei klein grut, gaat de vogel op zijn gemakje zitten. Nou, gemakje? Hij schokt en schikt het verenpak zo breed mogelijk uit. Zo doende bedekt hij een zo groot mogelijk stukje bevroren grond. Waarom? We slaan er een paar bronnen op na maar kunnen dit gedrag niet vinden. Terug naar de observatiepost zit de merel nog steeds te "broe den". Zeker een uur. Zit hij soms zijn bekende plekje te ontdooien? Warempel. Het moet dan voor dit trouwe dier wel een grote opluchting zijn als hij kan opstaan en dan werkelijk in een brokje strooisellaag kan roeren. Acht dagen later komt hij weer langs om op dezelfde manier voedsel te vergaren uit zijn diepvriesvak. Mezen Onze dagelijkse broodmaaltijd geniet bij de buurtvogels een hoog waarderingscijfer. We zitten nog volop te genieten van volkoren met Edammer als ze zich al rondom ons erf groeperen. Hun inge bouwde wekker weet precies wanneer bij de ach terdeur het tafellaken wordt uitgeschud. Vandaag krijgen ze een extra rantsoen want de koolmezen hebben zich weer gemeld. Dus waaiert er een wolk verbrokkeld brood over de tegels van het tuinpad. Gevolgd door een werveling van veren en een drif tig gekwetter van kiftende vogels. De mussen zijn in de meerderheid en dat bete kent dat de mezen geen schijn van kans hebben. Eigenlijk zijn het toch wel driftige baasjes die niet overal voor opzij gaan. Maar wat doe je met z'n tweetjes tegen zo'n overmacht. Ze zitten nu wat beteuterd in het kerseboompje. Verleden jaar hing daar een pindaslinger. Zouden ze dat nog weten? Nu waait er een koude bries door de kale takken. De vogeltjes maken zich dik en schikken zo met opgebold verenpak naar elkaar toe. Dan wordt moeder met innerlijke ontfermingen over die stak kers bewogen en hangt in een boomvork weer een netje propvol pinda's. Ze komen direkt in aktie en bungelen weldra ondersteboven aan de voedselbol.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 7