daarna vloog er een valk van het nest weg (ik had geluk!) en nam plaats op een tak in de naaste om geving, zodat ik zekerheid kreeg: het was het man netje. Op 3 mei zag ik twee Kauwen heel actief bij het nestgat. Ze sprongen van de ene tak op de andere langs het gat. De ene maakte heftige hakbewegin- gen met de snavel in het hout. Op 4 mei nam ik voor de tweede keer waar, hoe het mannetje met een muis kwam aanvliegen en hoe het vrouwtje deze overnam en ermee in het duin verdween, terwijl het mannetje de bewaking van het nest overnam. Ook nu was zij na een kwartiertje terug om haar plaats op het nest weer in te nemen. Onverwachte afloop Tot vrijdag 13 mei had ik niets meer van de val ken opgemerkt. Om 11.00 uur die dag zag ik drie Kauwtjes bij de nestopening waarvan er één iets ondefinieerbaars in de snavel had. Een van de an dere twee viel op door een sterk trillende staart. Na een poosje zag ik tot mijn onsteltenis aan Kauw uit het nestgat komen. Het enige spoor dat ik daarna nog van de valken waarnam was een stuk eierschaal op de grond on der het nest. Het blijft gissen wat er is gebeurd. Mijn vrouw vertelde, dat zij die ochtend bij zons opkomst in de kamer had gezeten en dat haar was opgevallen dat er een bijzonder luidruchtige troep Kauwen in de Abeel zat. Mijn (amateuristische) conclusies zijn: Ook al hebben de Kauwen een grote numerieke meerder heid, ze hebben geen schijn van kans de valkeneie ren te roven als beide dieren in goede conditie zijn. Er moet een van beide valkjes iets overkomen zijn. Als bijvoorbeeld het mannetje verkeersslachtoffer wordt, zal het vrouwtje zelf voor haar voedsel moeten zorgen en het nest dus langere tijd onbe waakt moeten laten. In die tijd kunnen de Kauwen hun slag slaan. Er zijn natuurlijk ook andere oor zaken denkbaar. 2. De Boerenzwaluwen Bij Mw. Postma aan de Vertonsweg broeden al een reeks van jaren, op dezelfde plaats, Boeren zwaluwen. Ze hebben daarvoor de twee kunststof- kappen uitgekozen van een bel, die onder het over stekende dak, tegen de muur zijn gemonteerd. Twee jaar geleden verbaasden Mw. Postma en kleinzoon Jeroen zich over de late komst van de vogels en het was alsof de diertjes wisten dat de tijd drong: in no time was er een stuk leem tegen de bel geplakt - een nest kon het niet genoemd worden - en waren er eieren gelegd. Toen ze ongeveer een week oud waren, vonden oma en Jeroen een stuk leem en een paar hulpelo ze jonge zwaluwtjes onder de bel op de grond. Je roen wist raad: Hij haalde uit de schuur een oud merelnest en met Oma's hulp werd dat met kunst en vliegwerk op de belkappen bevestigd en de jon ge zwaluwtjes werden erin gelegd. Vervolgens werd er in spanning afgewacht. Dat de zwaluwouders de nieuwe situatie geac cepteerd hadden zag ik twee weken later, toen ik daar was. Ik volgde een boerenzwaluw naar zijn nest en riep heel verrast: "Hé, wat een vreemd nest heb ben die zwaluwen!" Daarna kreeg ik van Mw. Postma het bovenstaande verhaal te horen. En ook dit verhaal heeft een vervolg, want de zwaluwen kwamen ook dit jaar terug en bouwden weer een uiterst minimaal nest op die bel, waar Je roen de restanten van het merelnest had verwij derd. Ook nu wist men aan een oud merelnest te ko men en dat werd precies als vorig jaar op de bel ge plaatst en ook nu met succes: Niet alle, maar de meeste jongen overleefden hun buitennissige huis- vestig. Blijkbaar verliep het broeden tot volle tevreden heid van het zwaluwenpaar, want in augustus be gonnen ze aan de bouw van een nieuw nest, naast het oude merelnest en wederom werden eieren ge legd in een zeer summiere behuizing. Ook nu ging het fout en daarmee werd de biologieleraar van Je roen geconfronteerd. Zeer verrast door wat zich hier voordeed verhuisde hij de jonge diertjes naar het oude merelnest ernaast en terwijl ik dit schrijf ziet het er naar uit, dat de kleintjes voorspoedig opgroeien. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 19