Natuurlijke historie van Schouwen-Duiveland in 1811 Ooievaar, "bijna huisdier in de omgeving van Zierikzee" vermeldt Alban in 1811. Foto: Henk Harmsen. Frans Beekman Onlangs ontving het Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland een porte feuille met persoonlijke papieren van Jean Paul Alban die van juni 1811 tot februari 1812 sous prefect te Zierikzee was. Dit buitengewoon interessante archief geeft een veelzijdig beeld van Zierikzee en Schouwen-Duiveland in de Franse tijd. Er zit ook een verzameling aantekeningen over allerlei onderwerpen tussen, onder de titel "Partie historique". Op blz. 18 en 19 daarvan is de natuurlijke histo rie te vinden onder de trefwoorden trekvogels, standvogels, vissen, huisdieren, wilde dieren, roof vogels, wild en insecten. Het handschrift in de Franse taal is niet altijd makkelijk te lezen. (Mijn vriend Johan Everaers hielp mij bij het vertalen en ook Frans Jansen gaf enige adviezen.) Hieronder volgt de letterlijke vertaling. Trekvogels Gierzwaluwen, Wilde Eend, Stormmeeuw (of Zilvermeeuw), Roerdomp, Blauwe Reiger, Sper wer, Pauw, Witgatje, duiker, zwaan, Ooievaar (de ze laatste is bijna huisdier in de omgeving van Zie rikzee). Standvogels Smient, mus, plevier, Scholekster, Putter, Kneu, Frater, Vink, Merel, Vlaamse Gaai, Patrijs, Water hoen, Groene Specht, Boomkruiper, gans, Kal koen, Zwarte Kraai, veeI Raven en nog meer Kievi ten. De laatste is blauw en zit graag in de modder langs de zeekant. De eieren zijn lekker en gewild. Men heeft er handel van gemaakt die tamelijk flo reert. Vissen Tong, Spiering, Wijting, Schol, Schar, Haring, Tarbot, Steur, Makreel, twee soorten roggen, Ka beljauw en Gul, Mossel, Oester, Scharretje en Pa ling. Huisdieren Net als in Frankrijk. Wilde dieren (viervoeters) Geen een, of het zou de rat moeten zijn, waarvan er veel zijn. Roofvogels De arend, Sperwer, Havik, valk, Kauw, Buizerd, Ransuil, Kerkuil (of Bosuil), Scholekster en de Raaf. (Scholekster komt in de tekst voor als "l'huitrier" en als "la pie de mer"!) 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 22