Wild Haas, Konijn, Houtsnip, Kwartel, Watersnip, Patrijs en Wilde Eend. Insecten Groene Vlieg, Wandluis, slak, Schorpioen, rups, Waterkever, kikker en hagedis. Commentaar In de archieven vinden we vaak slechts jachtvogels of schadelijk wild vermeld. In deze bron komen uitvoeriger lijstjes voor, waarschijnlijk van vogels die vaak gezien werden, algemeen waren. We ne men aan dat soms de namen voor verschillende soorten kunnen staan (wilde eend, plevier, duiker, gans). De lijsten komen goed overeen met de hui dige situatie. Enkele soorten vallen op. Roerdomp. Deze soort werd ook al genoemd in 1650. Hij wordt ook nu nog regelmatig gezien in rietvelden bij kreken. Ooievaar. Deze stapte kennelijk op veel plaatsen in en om Zierikzee rond op zoek naar voedsel (vis afval, insecten, kikkers). We kennen nu nog dat beeld in Spanje en Marokko. Op een prent van Slot Haamstede uit ca. 1620 staat duidelijk een nest met klepperende Ooievaar getekend. Raaf. De soort wordt onderscheiden van de Zwarte Kraai (corneille resp. corbeau) en lijkt dus echt algemeen voor te komen in 1811/12. Kievit. Behalve de aardige biotoopbeschrijving, wordt verwezen naar de handel in eieren. Uit een andere bron is dat van 1807 óók bekend. Op 3 mei 1807 schrijft rentmeester Jacobus de Het is de vraag of Alban wel verstand van vogels had: ra, kant? Foto: Henk Harmsen. Fouw uit Haamstede aan zijn ambachtsheer Mog- ge Muilwijk in Amsterdam: "Verder zij het mij vergund, Uw hoogedelgebore te mogen aanbieden nevensgaande twee-honderd kievit-eijeren, die ik hoop, dat wel zullen overkomen, Uw hoogedelge bore niet onaangenaam zijn, en door hoogstdesel- ve, met deszelfs veelgeëerde familie, in goeden wel stand en met smaak mogen geconsumeerd worden". Een jaar later op 24 juni 1808 schrijft hij: "p.s. Over eenige tijd hebbe een kistje met 200 stareije- ren (bij gebrek van kievit-eijeren) aan Uw hoog edelgebore gezonden; van welke mij onbewust is, of wel zijn te regt gekomen." (Familie-archief Van der Lek de Clerq inv.nr 191) (stareieren zijn eieren van sterns.) Steur. Opvallend bij de vissenlijst is de Steur, die toen kennelijk nog de Oosterschelde op zwom op weg naar de paaiplaatsen stroomopwaarts in de ri vier. Roofvogels. Het lijstje zal sommige vogelaars wel wat wenkbrauwfronsen opleveren. Alban had duidelijk een brede interesse. Zijn kennis van nuttige dieren was duidelijk minder. Hij komt naar voren als kind van zijn tijd met een encyclopedische belangstelling typerend voor het tijdperk van de Verlichting en in Frankrijk toen wijdverspreid. Nu bij natuurbouwprojekten steeds weer ge zocht wordt naar historische gegevens, mogen we content zijn met deze lijstjes uit 1811! rahet is blauw en zit graag in de modder langs de zee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 23