Oorzaken van de achteruitgang Wil men oorzaken voor de achteruitgang van de Huiszwaluwstand zoeken, dan zijn die te vinden in drie gebieden: 1. het broedgebied. 2. de trekroute(s). 3. het overwinteringsgebied. ad.l Hierover zou veel bekend moeten zijn, maar er blijven volop onzekerheden. Bekend is wel dat het gebruik van pesticiden in de jaren '60 en '70 het begin was van de teruggang. Ook het ver anderen van landbouw- en veeteeltmethodes heeft de stand geen goed gedaan, met name het afdek ken van mestopslag (minder insecten) en het ver harden van erven en landbouw-wegen (geen bouw materiaal) speelden hierbij een rol. Voor wat betreft de laatste opmerking zal op Schouwen- Duiveland de situatie al meteen na 1953 verslech terd zijn. Renovatie en schilderwerk hebben veel nestlocaties ongeschikt gemaakt. Nieuwbouw le vert meestal geen geschikte nestlocatie meer op (zie nestplaats en kunstnesten). Verder is het weer een factor van betekenis. Een koude, natte zomer kan desastreuze gevolgen hebben voor de popula tie. ad.2 Plotselinge weersveranderingen kunnen grote slachtingen aanrichten tijdens de trek. In 1974 bij voorbeeld verongelukten in de Alpen hon derdduizenden Huis- en Boerenzwaluwen door uitzonderlijk slecht weer (plotseling invallende koude met sneeuwval eind september) tijdens de najaarstrek. Het is te hopen dat zulke kalamiteiten zich in de toekomst niet al te vaak zullen voor doen. ad.3 Ook hier speelt het grootschalige gebruik van pesticiden in de landbouw en bij plaagbestrij- ding (sprinkhanen, muggen enz.) een rol. Ook kli matologisch zijn er veranderingen gaande, men denke aan de droogte in het Sahel-gebied waar door een enorm areaal ongeschikt is geworden voor overwintering. Conclusie In 1993 werd op Schouwen-Duiveland een toe name vastgesteld in de Huiszwaluw-populatie. De telling van 1994, die op vrijwel identieke wijze werd uitgevoerd, gaf een afname te zien van 16.5%, waarvoor niet al te duidelijke redenen zijn aan te geven. Met correctie zal de totale eilandelij- ke Huiszwaluwpopulatie ca.830 broedparen omvat hebben. Ontwikkelingen op langere termijn zullen volgende tellingen moeten verduidelijken. Het blijkt steeds zinvoller te worden om vanuit de vo gelwerkgroep beschermingsmaatregelen te blijven promoten. Dankwoord Veel dank is verschuldigd aan de volgende waar nemers: Jan Brusselaars, Gijs van den Ende, Jos van Felius, Hennie Ravesteijn, Ted Sluijter, Leo Tromper en Mario de Vlieger, die samen ruim 218 km2 afzochten naar Huiszwaluwnesten! Literatuur LEEFTINK, K. J. W. VERGEER. 1987. De verspreiding van de Huiszwaluw op Schouwen-Duiveland. Sterna 32 (3). LEEFTINK, K. 1991. Over het voorkomen van de Huiszwaluw op Schouwen-Duiveland. Zêêlieven 7 (3). LEYS, H. N. 1994. Inventarisatie van de Huiszwaluw en de Oe verzwaluw in 1993. SOVON Beek-Ubbergen. LEYS. H. N. JONKERS, D. A. 1991. Oecologische nestelge gevens van de Huiszwaluw. Het Vogeljaar 39 (2). TAAPKEN, J. VAN DEN HOORN, D. A. C. 1977. Trekvo gels. Inmerc, Wormerveer. VAN DEN ENDE, G. F. C. 1993. Huiszwaluwen op Schouwen-Duiveland in 1993. Zêêlieven 9 (2) VERGEER, J. W. VAN ZUYLEN, G. 1994. Broedvogels van Zeeland. KNNV, Utrecht. WERKGROEP AVIFAUNA NATUUR- EN VOGELWACHT SCHOUWEN-DUIVELAND. 1986. De vogels van Schouwen- Duiveland. De Vries, Zierikzee. Naschrift Geïnteresseerden die zelf een kunst huiszwaluwnest aan hun huis willen ophangen, kunnen kontakt opnemen met Ted Sluijter, coör dinator van de Vogelwerkgroep Schouwen- Duiveland, Repel 7 Haamstede, tel: 01115-3014. 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 16