Op stap
met Gerarcl Ouweneet
GS.OTE. STERN'S
Ik ben van 1937. Uit Rotterdam, de stad die aan zijn grenzen eens drie legendarische vogel-
gebieden bezat. Twee ervan, het Zevenhuizensche bos en het Schollevaarseiland, werden al in
vorige eeuwen opgedoekt. Beschrijvingen als "geheele wolken of digte zwermen van scholvers
en reigers gingen by myne aennadering op" openbaren ons dat onder Rotterdam eens moeras-
vogelkolonies lagen van een omvang waarvoor men nu naar andere continenten moet. De li
quidatie van De Beer, het derde vogelmekka kreeg zo'n dertig jaar geleden zijn beslag.
Pijn
Geboren zijn in 1937 betekent behoren tot de ge
neratie De Beer-vogelaars. Wie vermoedt dat dit
een voorrecht is slaat de plank mis. Natuurlijk,
degenen die op De Beer vogelden, bezitten herin
neringen aan weergaloze dagen doorgebracht in
een unieke ambiance. Maar die memoires met bij
behorende beelden doen wel pijn. Want niets is er
van over. De wijze waarop destijds Rotterdam op
Rozenburg en De Beer tekeer ging en vooral de de
magogie waarmee het Europoortproject werd ge
lanceerd hebben mij wel een afkeer van m'n ge
boortestad bezorgd. "Rotterdam zet de toon voor
de contouren van het nieuwe Europa" blaaskaakte
zo'n gemeentelijke minkukel. Op het verweer dat
op de plaats van die nieuwe contouren tot veertig
duizend paar grote sterns konden broeden - onge
veer viermaal het huidige Nederlandse bestand -
kwam het snorkerige bescheid dat Rotterdam wel
zou zorgen dat langs de Brielsche Maas andere re
creatiegebieden zouden komen... Enfin, ook thans
bestaan nog veel beleidsbedenkers die natuur en
recreatie hetzelfde vinden. Grote sterns denken
daarover anders.
Gordon's Dry Gin
Ik ontveins mij niet dat ook andere belevenissen
dan alleen vogels kijken bijdragen aan de herinne
ringen. Daarin sta ik niet alleen. In 1978 deed wij
len Jan P. Strijbos uit de doeken welke zonderlinge
lotgevallen hem en zijn vrienden op De Beer over
kwamen. Ik kon hun avonturen wel wisselen. Het
strand leverde 's winters niet alleen sneeuwgorzen,
strandleeuweriken en drieteenstrandlopers op.
Eens vingen we er een zeehond die, na door Ben
te zijn gefilmd, met veel schouderklopjes weer te
water gelaten werd. Een ander maal vonden we
een kist met van die grote vuurpijlen waarmee
schepen, als er iets loos is, de buitenwereld alarme
ren. Die pijlen functioneerden nog voortreffelijk
en in Rotterdam hebben we er nog veel plezier mee
gehad. De buren minder. Uit de karrevrachten lege
flessen Gordon's Dry Gin op het strand leidden
wij af dat het schepelingenbestaan veel aardige
kanten had. Zo denk ik er trouwens thans nog
over.
Nostalgie
Augustus was een van de topvogelmaanden. Zag
je dan op het immense Groene Strand een groepje
lieden ordeloos rondkruipen, gelijk een gezin op
zoek naar een vermiste contactlens, dan stond vast
dat zich daar de morinelplevieren ophielden en dat
vogelaars de spreekwoordelijke tamheid aan het
uit proberen waren. Die tamheid viel overigens
vaak tegen.
Ben en ik zagen onlangs nog eens, de vlak na de
oorlog door Simon de Waard gemaakte film over
De Beer. Emoties. "Verjume, daar gaat die oude
Mecklenburg", riep Ben tijdens een scène in de
56