het op de zee veroverde land weer overstroomde. Op de plaats van de doorbraak ontstond een diep stroomgat. Als na veel pijn en moeite het gat in de dijk weer was gedicht bleef aan de binnenkant een meestal langwerpig gevormd water, de weel over. De dijk werd vaak hersteld om de weel heen, zo dat een opvallende bocht in de dijk ontstond. Ove rigens zijn in het binnenland op veel plaatsen we len terug te vinden langs de dijken van de grote rivieren. Hoewel in het verleden de dijken vele malen zijn doorgebroken, zijn thans niet veel welen meer te rug te vinden. In het huidige landschap kan hier en daar aan een ronding in de dijk of aan een lager stukje land langs een dijk worden afgeleid dat er ooit een weel lag. In sommige gevallen kan op recente kaarten aan de perceelsvorm nog worden gezien dat er mo gelijk een weel heeft gelegen. Op de meeste plaat sen is echter helemaal niets meer terug te vinden. Men vond kennelijk dat de welen geen nut had den, behalve misschien als stortplaats voor afval uit de landbouw, puin en huisvuil. Door verlan ding en door ze vol te storten met grond en voor noemde materialen zijn de meeste welen verdwe nen. Vanwaar de belangstelling voor welen? De laatste jaren is de belangstelling voor de na tuur sterk toegenomen. Een ieder is het er nu wel mee eens dat de natuur pakweg de laatste 50 jaar sterk is achteruitgegaan, door de moderne land bouwtechnieken, de verstedelijking, industrialise ring en de verslechtering van het milieu. Dit heeft vooral de laatste jaren geleid tot de wens om wat nog resteert van de natuur te behouden en waar mogelijk te herstellen. Ook het ontwikkelen van nieuwe natuur om terug te krijgen wat verloren is gegaan en bestaande natuurgebieden (weer) met elkaar te verbinden is inmiddels een geaccepteerde doelstelling. Het gaat bij natuurontwikkeling meestal om grotere gebieden, maar binnen een overwegend agrarisch gebied zoals Goeree-Overflakkee spelen juist de meer kleinschalige elementen, zoals dij ken, kreken, houtwallen en kleine wateren een gro te rol voor de natuur. Zij zorgen voor de verbin ding tussen de grotere natuurgebieden. En juist van deze elementen zijn er de laatste decennia veel verdwenen. Daarnaast is de laatste jaren duidelijk meer be hoefte aan extensieve recreatiemogelijkheden (wandelen, fietsen) in het landelijk gebied. Een af wisselend en aantrekkelijk landschap is hierbij van groot belang. De welen terug? Bij natuurontwikkeling kun je totaal nieuwe na tuur "maken". Je kunt echter ook uit gaan van bestaande elementen en van elementen, die in de loop van de tijd zijn verdwenen. Dit heeft het grote voordeel dat hetgeen je her stelt of opnieuw maakt een (cultuur)historische betekenis heeft. Dit laatste is vooral van toepas sing op de dijken, kreken en welen op het eiland. Deze elementen vertellen van de ontstaansgeschie denis en de eeuwenlange strijd tegen het water en bepalen mede het karakter van de streek. De huidige herwaardering van de natuur maakt het mogelijk om nu daadwerkelijk projecten voor natuurontwikkeling ter hand te nemen. Voorbeel den daarvan op Goeree-Overflakkee zijn het poe lenplan van de Gemeente Goedereede en de plan nen in het kader van de Herinrichting Ouddorp- West en de Ruilverkaveling Flakkee. Het herstellen of terugbrengen van welen past om meerdere redenen binnen dit streven. Het betekent een verrijking van het landschap, hetgeen tevens van belang is voor de recreatie. Vooral een soms wat monotoon akkerbouwgebied wordt aanmerkelijk verlevendigd. (Kleine) wateren oefenen een grote aantrekkingskracht uit op wan delaars en fietsers en vormen een aantrekkelijke halteplaats. Verder hebben welen een duidelijke cultuurhistorische waarde en horen bij het polder landschap. Zonder hier al te diep op in te gaan is het duidelijk dat oppervlaktewater belangrijk is voor de natuur, zeker als er betrekkelijk weinig (zoet) open water is. Water heeft een grote aantrek kingskracht op vogels (niet alleen watervogels). Ook zoogdieren zoals konijnen, hazen en reeën hebben drinkplaatsen nodig. Tenslotte is open wa ter onmisbaar voor de voortplanting van kikkers, padden en salamanders. Kortom er zijn genoeg re denen om in ieder geval de mogelijkheid tot her stel van één of meerdere welen te onderzoeken. De inventarisatie Om te beginnen is er gebruik gemaakt van kaar ten: - De Generale Caerte van Westvoorne uit 1696 (overzichtskaart en 5 deelgebieden); - de historische atlas met kaarten uit 1875, her zien in 1913; - recentere topografische kaarten (1970). 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1994 | | pagina 9