Ervaringen met kunstnesten voor Huiszwaluwen Gerard L. Ouweneel Het droeve verhaal over Huiszwaluwen op Schouwen-Duiveland, te lezen in Sterna 1994-4, gaat helaas op voor de hele natie, zo ook voor de Hoeksche Waard, mijn woonstreek. In het Sternaverslag lezen we o.a. de resultaten die werden geboekt met kunstnesten. Die waren niet direct hoopgevend. Spijtig omdat, naast bouwkundige voorzieningen, het werken met kunst nesten een van de weinige zaken is die wij voor Huiszwaluwen kunnen doen. Om nu niet alle potentiële kunstnestophangers te ontmoedigen, hier het relaas over Huiszwaluwen die wel overgingen op kunstnestgebruik. Schrijver woont sinds 1968 in de Hoeksche Waard. In Maasdam. Eerst in een doorzon-rijtjeswoning en sinds 1978 in een twee-onder-een-kap. Excuses voor deze onbeduidende mededelingen, maar u moet er even doorheen. De eerste woning lag in een rijtje van zes met op kop zijgevels die huiszwa- luwtechnisch ideaal waren: brede overstekken, pri ma gordingsbalkjes en alles beige van kleur. In mei betrokken de eigenaars hun bezit en tegelijker tijd vingen Huiszwaluwen aan met metselen van hun nesten. Want ruim vijfentwintig jaar terug was Maasdam een huiszwaluwdorp. En het uit breidingsplannetje voorzag dus óók voor Huis zwaluwen in een latent aanwezige huisvestingbe hoefte. Een deel van de hoofdzakelijk uit Rotterdammers bestaande nieuwbakken zijgevel- bezitters vond zwaluwen aan huis het toppunt van puur plattelandsgenot. Maar anderen gingen met lange stokken en/of tuinslangen aan de gang "om die troep van de gevel te krijgen". Menig pro- contradiscussie laaide op en eens heeft een pro buurvrouw zich ontfermd over twee halfwaspul len, afkomstig uit door een contrabuurman uit gestoten nestje. Die twee kweekte ze op tot prima Huiszwaluwen, die achter haar aan fladderden ge lijk Lorenz met zijn Grauwe Ganzen. Of de twee overigens ooit beneden de evenaar in hun winter kwartier zijn gekomen betwijfel ik. Wij zaten in een tussenwoning dus geen Huiszwaluwen. Het geen moeilijk verteerbaar was. Dus uit Engeland twee kunstnesten meegenomen voor onder de dak goot. De Huiszwaluwen keken er niet naar om, maar metselden wel kwistig hun nesten aan buur- mans' zijgevel. Een pro-buurman, en ook gevat in het maken van toespelingen op vogelbeschermers die niet begrepen worden door hun pupillen. Toen we de twee-onder-een-kap betrokken leek het huiszwaluwloze tijdperk voorbij. Een droom- gevel op het westen, voorzien van overstek, gor dingsbalkjes, de ideale kleur en nog steeds Huis zwaluwen in Maasdam. Jaar in jaar uit bleef de gevel schrijnend leeg. Als enige want de andere van vrije invliegruimte voorziene zijgevels namen ze subiet in bezit, waaronder ook één op het wes ten. De geestig bedoelde terzijdes van vrienden na men toe en het aantal Huiszwaluwen af, waarmee ook de kans er nog eens een te kunnen verwelko men. Toen kwam Nico de Haan op bezoek. Het was begin-juni. Met een "probeer het hiermee maar eens deponeerde hij een set nieuwste mo del kunstnesten op tafel. Een paar dagen later ging het plankje met duo-nesten omhoog en niet lang daarna zag dochter Annemarie een Huiszwaluw voor het namaakonderkomen fladderen. Sensatie. Na twintig jaar had eindelijk een Huiszwaluw be langstelling voor mijn gevel. Direct al werden am bitieuze uitbreidingsplannen overwogen en ook gerealiseerd. Tot zestien nesten nü. Die overigens nooit alle tegelijk bezet raakten. Angst eens Huis zwaluwen te moeten teleurstellen wegens plaatsge brek bracht ons er toe het kunstnestaanbod ruim te houden. Registratie De verwachting dat met het kolonietje onder handbereik, alleen gescheiden door een muur van ons gezinsleven, ons niet veel van het huiszwaluw- bestaan duister zou blijven, pakte anders uit. Inte gendeel. Eerder kwamen er raadsels bij. Iedere zo mer laaien discussies op welke nesten wel of niet zijn bezet. Van links naar rechts gaven we de nes ten een nummer en toen het er zestien werden, suggereerde Hajo, om onze communicatie te ver beteren, het nummer op de nesten te kalken. Dit weinig overwogen voorstel ging terzijde. Door vast te stellen welk nestje al dan niet wordt aangevlo gen, lijkt vaststelling van het aantal paartjes sim pel. Mis. Natuurlijk, na aankomst eind april en mei volgt de inspectieperiode. Maar het gebruik van andere nestjes dan het broedonderkomen, met gedoe nestje-uit-nestje-in, gaat de hele zomer door. Tot nekpijnens toe hebben we omhoog staan staren, waarbij registratie óók als probleem onder vond de gezamelijke aankomst van jagende vo- 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1995 | | pagina 16