Gaan Huiszwaluwen na aankomst sneller broeden wanneer ze zelf geen nest behoeven te bouwen? Foto: Remco Beijersbergen. Plezier Plezier genoeg met onze Huiszwaluwen, begin nend in de tweede helft van april met gespeur langs het zwerk naar de eerste. Op 17 april 1993, een koude buiige dag met harde westenwind, maakten we waarschijnlijk een aankomst mee. Om 17.40 uur kwam er een van grote hoogte bin nen. Direct luid roepend inspectie onder de over stek. Daarna dagen niets maar op 25 april was nestje 6 door een paartje uitverkoren. Veertien da gen later, op 9 mei, kwam de eerste Boomvalk van het seizoen langs. Sinds we Huiszwaluwen aan huis hebben zag ik in de Hoeksche Waard nog nooit zo veel Boomvalken. Duidelijk is dat ze de kleine kolonie onder controle houden. Enfin, het is maar goed dat ik een roofvogelfanaat ben want om begin-augustus een Boomvalk een van de jon ge Huiszwaluwen uit de lucht te zien pikken, laat niet onbewogen. Pimpelmezen achten de huiszwaluwkunstnesten geschikt als onderkomen. In 1992 verjoegen de eind-april arriverende Huiszwaluwen een al geves tigd paartje maar in 1994 namen Huiszwaluwen broederlijk een aan het pimpelmezenhuishouden grenzend kunstnest in bezit. Aan de andere kant van de muur broedde, onder de dakpanrand, een Spreeuw: binnen een straal van een halve meter drie vogelhuishoudens van drie soorten. Het ge beurt! Voor 1995 geen nieuwe kunstnesten. Zomer 1994 beleefden wij de première dat Huiszwaluwen voor het eerst zelf aan het metselen sloegen, half tegen een van de kunstnesten aan. De affaire werd niet doorgezet, maar toch. De overstek moet no dig een schilderbeurt hebben. Toen ik de schilder vertelde dat hij öf vóór april öf na september kon komen om de zwaluwen niet te verstoren, keek hij niet op. "Dat vragen er tegenwoordig wel meer", reageerde hij laconiek. Dat geeft hoop! 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1995 | | pagina 19