Dicht bij huis vindt Vijverberg "de ideale schuilhut", zoals hij in Blijvers en trekkers schrijft. Het is een oude duiker bij Kakkersweel (hij schrijft preuts Kappersweel) aan de Schouwse dijk. Com pleet met de Chevrolet uit 1929 staat deze schuil plaats op de foto, "eng en steenhard, maar voor 'tdoel geknipt". De duiker was buiten gebruik. De nieuwe duiker ernaast was 80 cm lager en lag er sinds 1914. De "loozen" duiker werd met een plank afgesloten en daarachter verstopte Vijverberg zich Op de vogelhillen (vogeleilanden) in de inlagen woei de katoenen tent van Vijverberg een paar jaar later bijna uit elkaar. Hij beschrijft dat in Ranke wieken. En hij vervolgt op bladzijde 47: "De oude pachter zei tenslotte: "Weet je watje doet, meneer, - ik bleef toch "meneer", ziet ge - koop een groote kist en breng die op den hil; die kan daar blijven staan, zoolang je wil. Dat is een veel beter schuil plaats dan zoo'n dun doekj e De foto laat prachtig de kist-schuiltent zien met een boot naar het model van een Schouwse kloet- schuit aan de oever. Vijverberg fotografeerde in de Weevers Inlaag op 27 mei 1912 voor 't eerst in Nederland de Storm- meeuw (Larus canus) als broedvogel. "Het was op 't nippertje: de 8ste Juni d.a.v. kreeg collega A. Bur- det hem opTexel op de plaat".Depacbter van de in laagzei later: "Hij is er weer hoor, Canus zit weer op d'nhil". In de duinen maakte de vogelfotograaf een na tuurlijke schuilplaats waarbij een net en helmplan- ten gebruikt werden. Ik denk dat het in de jonge duintjes op het Verklikkerstrand is, een broedge bied toen van de Bontbekplevier. Het is zó warm dat de pet is afgezet! 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1995 | | pagina 19